§2.2 Vulkanisme

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Endogene krachten


Dit zijn krachten van binnenuit de aarde. Voorbeelden hiervan zijn vulkanisme en aardbevingen.

Exogene krachten


 Dit zijn krachten die van buitenaf het uiterlijk van de aarde veranderen. Voorbeelden hierbij zijn verwering en erosie

Slide 3 - Tekstslide


Welke van de volgende termen is niet direct gerelateerd aan endogene krachten?
A
Aardbeving
B
Tsunami
C
Verwering
D
Vulkanisme

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
A
Basalt is licht en vnl in continentale korst
B
Graniet is licht en zit vnl in oceanische korst
C
Basalt is zwaar en zit vnl in oceanische korst
D
Graniet is zwaar en zit vnl in continentale korst

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Twee beweringen:
1. Slab pull vindt plaats bij een midoceanische rug
2. De dichtheid van oudere afgekoelde aardkorst is groter dan de dichtheid van minder oude aardkorst

A
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
B
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Type eruptie bepaalt de vorm
-Effusieve uitbarstingen: schildvulkanen (en spleetvulkanen)
-Explosieve uitbarstingen: stratovulkanen

Daarnaast: calderavulkanen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Stratovulkanen bouwen zich op in lagen. Wat is kenmerkend aan de lava van stratovulkanen?
A
Dun / vloeibaar en gasrijk
B
Dun / vloeibaar en weinig gas
C
Dik / stroperig en weinig gas
D
Dik / stroperig en gasrijk

Slide 20 - Quizvraag

Caldera: een ingestorte vulkaan, als gevolg van:

- Een zeer krachtige eruptie, waarbij bovenste deel van vulkaan is weggeblazen;
- Of doordat zoveel magma is verdwenen uit magmakamer, dat deze instort

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welke beschrijving hoort bij welke vulkaan?
Schildvulkaan
Stratovulkaan
Explosieve eruptie
Dik stroperig lava
Dun vloeibaar lava
Divergente plaatgrens
Subducerende plaatgrens
Effusieve eruptie

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Leg uit waarom het (redelijk) veilig is voor toeristen om de lavastromen op Hawaii te bekijken.

Slide 30 - Open vraag

Hotspots kun je overal vinden; Hawaii ligt ver van plaatgrens af

Slide 31 - Tekstslide

  • Hotspots zijn extreem hete plekken in de aardmantel
  • In de mantel blijven ze constant op dezelfde plek
  • Hotspot werkt als een soort lasapparaat: Plaat schuift er overheen, zodat een eilandenreeks kan ontstaan

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

  • Hotspots zijn extreem hete plekken in de aardmantel
  • In de mantel blijven ze constant op dezelfde plek
  • Hotspot werkt als een soort lasapparaat: Plaat schuift er overheen, zodat een eilandenreeks kan ontstaan

Slide 34 - Tekstslide

Een hotspot is meestal
A
effusief eruptietype, schilvulkaan
B
explosief eruptietype, schilvulkaan
C
effusief eruptietype, stratovulkaan
D
explosief eruptietype, stratovulkaan

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Hypocetrum
  • plek waar de aardbeving begint
  • bijvoorbeeld 5 of 25 km diepte
epicentrum
  • recht boven de bron van de aardbeving.
  • zwaarste aardbevingen komen hier voor
Trilling van de aardkorst als gevolg van het (plotseling) verschuiven van aardplaten. Er moet een spanning opgebouwd worden!

Kracht gemeten met de momentmagnitudeschaal: vrijgekomen energie wordt gemeten op basis van de lengte van de breuk + de afstand die de breuk bewogen heeft.

Oorzaak-gevolgrelatie (SE of CE vragen!): benoem eerst de plaatbeweging (en de betrokken platen indien gevraagd), daarna dat de opgebouwde spanning vrijkomt.

Slide 37 - Tekstslide

Momentmagnitudeschaal
De MMS meet de kracht van de aardbeving aan de hand van een berekening van de vrijgekomen energie (~magnitude). De schaal heeft, in tegenstelling tot die van Mercalli en Richter, geen maximum waarde, en kan dus ook voor zeer zware aardbevingen gebruikt worden.

Slide 38 - Tekstslide

Wat is het epicentrum?
A
Plek onder de grond waar de aardbeving ontstaat.
B
Plek aan de rand van de plaat waar je de aardbeving voelt.
C
Plek aan het oppervlak waar de aardbeving het sterkst is.

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Video

Wat zijn de gevolgen van platentektoniek?
A
Aardbevingen
B
Vulkanen
C
Tsunami's
D
Alle drie de antwoorden

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Extra
- Op vulkanenjacht? Open Google Earth en ga op de (oostelijke) Atlantische oceaan goed speuren naar de eilanden, zoals op de Azoren of de Canarische / Kaapverdische eilanden. Welke caldera's kom je tegen? Zie je nieuwe vulkaantjes ontstaan? Zijn er vulkanen zichtbaar die (nog) niet zijn ingestort?
- Ben je nieuwsgierig naar vulkanisme, wil je nog meer weten of wil je nog extra uitleg? Kijk eens rond op de volgende websites:


Slide 43 - Tekstslide