6.1 pH en indicatoren 2022

H6 Zuren en basen

Deze les:
- Uitleg 6.1 pH en indicatoren
- Bespreken SE

HW: 
- Voorkennis (6.0) opdracht 1, 5b, 6ab en 7c
   en 6.1 opdracht 8 t/m 11
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H6 Zuren en basen

Deze les:
- Uitleg 6.1 pH en indicatoren
- Bespreken SE

HW: 
- Voorkennis (6.0) opdracht 1, 5b, 6ab en 7c
   en 6.1 opdracht 8 t/m 11

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over het begrip pH?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Zuurbase indicatoren


In de volgende video wordt het begrip zuurbase indicator gedemonstreerd.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Geef een goede omschrijving van het begrip: zuurbase indicator

Slide 6 - Open vraag

Zuurbase indicatoren

Indicatoren zijn stoffen waarvan de kleur afhankelijk is van de pH van de oplossing waarin ze zijn opgelost.

•Binas tabel 52A
•Omslagtraject 

Slide 7 - Tekstslide

Zuurbase indicatoren

Indicatoren zijn stoffen waarvan de kleur afhankelijk is van de pH van de oplossing waarin ze zijn opgelost.

•Binas tabel 52A
•Omslagtraject 

Slide 8 - Tekstslide

Welke kleur krijgt de indicator broomthymolblauw bij pH = 10,0
Gebruik Binastabel 52A
A
rood
B
geel
C
groen
D
blauw

Slide 9 - Quizvraag

Zuur-base indicatoren (oplossingen)
  • Aan een oplossing worden paar druppels indicator toegevoegd.
  • Afhankelijk van de zuurgraad, zal de indicator van kleur veranderen.
  • Bekende zuur-base indicatoren staan met omslagtrajecten in Binas 52A

Afbeelding: broomthymolblauw




Slide 10 - Tekstslide

Bij een onbekende oplossing voeg je 3 druppels thymolblauw. De oplossing krijgt een gele kleur. Wat weet je nu over de pH van deze oplossing?
A
pH > 2,8
B
pH zit tussen de 1,2 en 2,8
C
pH < 8,0
D
pH zit tussen de 2,8 en 8,0

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

zuur-base indicatoren (oplossingen)
voor een nauwkeurige bepaling zijn vaak meerdere indicatoren nodig 
Bijv.  je hebt een oplossing met een onbekende pH
  • je voegt (aan een deel van de oplossing) een paar druppels methyloranje toe --> de oplossing krijgt een rode kleur --> pH ligt dus tussen 0 en 3,2 (grote onnauwkeurigheid)
  • je voegt (aan deel van de oplossing) een paar druppels thymolblauw toe
    --> de oplossing wordt geel  -->  dus pH > 2,8
  • beide resultaten combineren --> pH van oplossing is dus: 2,8 < pH < 3,2 


Binas 52A

Slide 13 - Tekstslide

Schenk je een beetje van de oplossing in twee reageerbuizen. Aan buis 1 voeg je 2 druppels methylrood toe, de oplossing kleurt geel. Aan buis 2 voeg je 2 druppels fenolrood toe, de oplossing kleurt opnieuw geel. Wat kun je zeggen over de pH van de oplossing?
A
pH tussen 4,8 en 6,0
B
pH = 6,0
C
pH = 6,6
D
pH tussen 6,0 en 6,6

Slide 14 - Quizvraag

Uitleg 
  • Methylrood kleurt geel bij een pH hoger dan 6,0.
  • Fenolrood kleurt geel bij een pH lager dan 6,6.
  • Dus 6,0 < pH < 6,6

Slide 15 - Tekstslide

Je doet een druppel van een onbekende oplossing op een rood lakmoespapiertje. Het lakmoespapier kleurt rood.
Wat weet je nu over deze oplossing?
A
Het is een zure oplossing
B
Het is een neutrale oplossing
C
Het is een basische oplossing
D
geen van de antwoorden is goed

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Zijn de leerdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

Lakmoes papier
De kleur van lakmoes in het omslagtraject is paarsig, deze kleur is echter niet goed te zien op een geel en blauw papiertje!!!
Om een neutrale oplossing aan te tonen, heb je dus zowel rood als blauw lakmoespapier nodig.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke kleur lakmoespapier moet je gebruiken om een basische oplossing aan te tonen?
A
rood lakmoespapier
B
blauw lakmoespapier
C
je moet beide kleuren lakmoespapier gebruiken
D
dit kan niet

Slide 22 - Quizvraag


Je krijgt een oplossing met een pH van 4,2.
Met welke twee indicatoren kun je dit het best bepalen? Geef ook de kleuren.

Slide 23 - Open vraag