Thema Ecologie en milieu les 6 MO41-WM41 '23

Thema: Ecologie en milieu

Basisstof 6
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema: Ecologie en milieu

Basisstof 6

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik 
  • Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van coöperatie onderscheiden.
  • Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven.
  • Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken binnen een ecosysteem beschrijven
  • Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven
  • Je kunt enkele ecosystemen beschrijven aan de hand van kenmerkende soorten
  • Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven
  • Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren
  • Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van milieuproblemen beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat onder duurzame ontwikkeling wordt verstaan.
  • Je kunt enkele maatregelen voor natuurbescherming noemen

Slide 2 - Tekstslide

Dissimilatie is...
A
Afbraak van organische moleculen
B
Afbraak van anorganische moleculen
C
Opbouw van organische moleculen
D
Opbouw van anorganische moleculen

Slide 3 - Quizvraag

Pioneersecosysteem
Climaxecosysteem
Sterk wisselende bodem
Kleine diversiteit aan soorten organismen
Een eenvoudig voedselweb
De productie is gelijk aan de afbraak
De kringlopen zijn gesloten
Vegetatie bestaat uit meerdere lagen
Meerjarige planten en 1 jarige planten
Een geringe Biomassa
Grote diversiteit aan organismen

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is geen effect van ruilverkaveling?
A
monocultuur
B
afname biodiversiteit
C
gebruik grote landbouwmachines
D
vervuiling

Slide 5 - Quizvraag

Concurrentie
Commensalisme
Mutualisme
Parasitisme

Slide 6 - Sleepvraag

Een ander woord voor eutrofiëring is
A
Waterbloei
B
Algenbloei
C
Overbemesting
D
Vermesting

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een mogelijke oplossing voor eutrofiëring?
A
Algeneters aan het water toevoegen
B
Maaien
C
Snoeken in het water brengen
D
Forellen in het water brengen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kringloop van stoffen

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de koolstofkringloop beschrijven (glucose).
  • Je kunt de stikstofkringloop beschrijven (aminozuren).

Slide 13 - Tekstslide

Voedselkringloop
Koolstofkringloop

Slide 14 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 15 - Tekstslide

koolstofkringloop
  • Koolstof = C
  • In de lucht zit het vast in CO2
  • Autotrofe organismen maken van CO2 (uit de lucht) en H2O (uit de bodem) glucose (C6H12O6)
  • Bij dissimilatie komt CO2 weer vrij in de lucht 
  • Consumenten eten de producenten en gebruiken de organische stoffen om andere organische stoffen te maken (voortgezette assimilatie). Bij het eten van een ander organisme komt de koolstof van het ene organisme terecht in het andere organisme
  • Alle dode resten en andere afvalproducten van organismen wordt samen detritus genoemd 
  • De organische stoffen in de detritus wordt door reducenten gebruikt voor dissimilatie

Slide 16 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Binas 93F

Slide 17 - Tekstslide

Koolstof: organische - anorganisch

Slide 18 - Tekstslide

In welke vorm kan koolstof in de koolstofkringloop NIET voorkomen?
A
CO2
B
C6H12O6
C
N2
D
CH4

Slide 19 - Quizvraag

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen verbranding? Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Hout, turf en waterkracht
B
zonnebloemolie, kool, houtskool
C
ijzererts, goud en stookolie
D
steenkool,aardolie, aardgas

Slide 21 - Quizvraag

Welke groep organismen gebruikt CO2 uit de lucht?
A
Producenten
B
Consumenten van de 1e orde
C
Consumenten van de tweede orde
D
Reducenten

Slide 22 - Quizvraag

In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop hebben dissimilatie (=verbranding)?
A
planten
B
dieren
C
dieren en schimmels
D
zowel planten, dieren als schimmels

Slide 23 - Quizvraag

Stikstofkringloop

Slide 24 - Tekstslide

Stikstofkringloop
Stoffen
  • Stikstof = N
  • Ammoniak
  • Ammonium
  • Nitriet
  • Nitraat 
Processen
  • ammonificatie
  • nitrificatie
  • denitrificatie
  • assimilatie en dissimilatie

Slide 25 - Tekstslide

Stikstof kringloop

Slide 26 - Tekstslide

Gebruikelijke route
(vergelijk met BINAS 93G)
1: Planten nemen nitraat (NO3-) op.
2: Er vindt stikstofassimilatie plaats
     vorming aminozuren
(vorming eiwitten is voortgezette assimilatie)
3: Dier eet plant, verteert en assimileert eigen        organische stoffen.
4: Bij dissimilatie komt ureum vrij. 
5: Rottingsbacterien breken ureum af tot NH3
6: NH3 lost in (grond)water op tot NH4+
7: Nitrietbacterien zetten NH4+ om in NO2-
8: Nitraatbacterien zetten NO2- om in NO3-


Slide 27 - Tekstslide

Bijzondere route
Sommige bacteriën kunnen ammoniak (NH3) omzetten in N2(g). 
Gevolg: bodem minder voedselrijk voor planten.

Weer andere bacteriën kunnen N2 (g) omzetten in NH3.
Gevolg: bodem voedselrijker.
!! Groenbemesten

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 30 - Quizvraag

Denitrificerende bacteriën maken...
A
N2 (stikstof)
B
NO3- (nitraat)

Slide 31 - Quizvraag

(Binas 93G) De omzetting van nitriet naar nitraat noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 32 - Quizvraag

Stikstofbindende bacteriën gebruiken...
A
N2
B
NO3-

Slide 33 - Quizvraag

(Binas 93G of bron 7) De omzetting van eiwit naar ammoniak noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 34 - Quizvraag

(Binas 93G) De omzetting van nitraat naar stikstofgas noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 35 - Quizvraag

Hoe kan NH3 (ammonium) uit de kringloop verdwijnen?
A
omzetten naar NH4+
B
ammonificatie
C
vervluchtiging
D
uitspoeling

Slide 36 - Quizvraag

Nitrificerende bacteriën
N-bindende bacteriën
in wortelknollen
N-bindende bodembacteriën
Ammonium
Stikstof in atmosfeer
Planten
Ontbinders bacteriën en schimmels
Nitraten

Slide 37 - Sleepvraag

Welk molecuul bevat geen stikstof?
A
Aminozuren
B
DNA
C
Nitraat
D
Glucose

Slide 38 - Quizvraag

Ammonificatie
Denitrificatie
Nitrificatie
Rottingsbacterien 
Nitrificerenede bacterien
Denitrificerende bacterien
Aeroob
Aeroob
Anaeroob
Tekst
Teks
Teks
Teks
Teks
Teks
Teks
Teks
Teks

Slide 39 - Sleepvraag

Doen
Lezen blz. 156 t/m 161
Maken opdrachten: 45 t/m 51
Maken context opdracht 52

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link

Is het dus mogelijk om op mars voor een langere tijd te leven?

Slide 43 - Tekstslide

Ga jij het nog meemaken dat de mensheid een Kolonie op mars heeft?
A
Nee, maar we gaan het wel proberen
B
Ja, en het gaat lukken
C
Nee, dat lukt niet
D
Ja, en we gaan ook naar andere planeten

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Link

Wat hebben we nodig voor leven op mars?

Slide 46 - Woordweb

Groepsopdracht
Maak groepen van 3-4 en bedenk wat je allemaal nodig hebt voor het verbouwen van eten op mars. 
Maak gebruik van BiNaS 93 en 94 (koolstof en stikstofkringloop)
Aan het eind van de les een korte presentatie van.

Slide 47 - Tekstslide