mbo 3 hoofdstuk 6 - 1 Maatverfijning, Metriek Stelsel

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les
  • begrijp je dat een eenheid in 10 gelijke delen wordt verdeeld.
  • begrijp je dat je de lengte dan op twee manieren kunt schrijven, met een kommagetal (ook maatverfijning) en met de kleinere eenheid (en een geheel getal). Dat wil zeggen: 14,4 cm = 144 mm.
  • begrijp je dus wat maatverfijning is

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 7 - Open vraag

De grote streepjes geven de centimeters aan.
De kleinere streepjes geven de millimeters aan.
Er passen 10 mm in één cm.


Slide 8 - Open vraag

De rekenkaart kan helpen bij het omrekenen van millimeters naar centimeters.

Eén cm wordt verdeeld in 10 mm.
15,29 mm = 1,529 cm


Slide 9 - Open vraag

De ruimte tussen de hele 25 milliliter is in 5 gelijke delen verdeeld. 
Elk streepje staat dus voor 25 ÷ 5 = 5 ml. 
Het water komt tot het eerste streepje onder de 100 ml. 
Dat is bij 100 ml - 5 ml = 95 ml


Slide 10 - Open vraag

Een brood weegt ongeveer 800 gram. Dat is bijna een kg: 0,8 kg