Geef antwoord op de vragen door alleen gebruik te maken van je BINAS
Slide 6 - Tekstslide
6 groepen voedingsstoffen
eiwitten
koolhydraten
vetten
water
mineralen(zouten)
vitamines
Slide 7 - Tekstslide
functies van voedingsstoffen
-voedingsvezel
-bouwstoffen
-brandstoffen
-reservestoffen
-beschermende stoffen
Slide 8 - Tekstslide
Eiwitten
Bouwstof
Te veel? Brandstof
Bij dissimilatie ontstaat ammoniak, omgezet in ureum in lever en uitgescheiden met urine.
Essentiële aminozuren
Slide 9 - Tekstslide
Koolhydraten
Brandstof, bouwstof of reservestof.
suikers, zetmeel en vezels.
1 gr koolhydraten=17 kj energie
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Vetten
Brandstof, bouwstof of reservestof.
Verschil verzadigd en onverzadigd vet?
Verzadigd vet zorgt voor meer afzetting cholesterol.
Slide 12 - Tekstslide
Vetten
Je lichaam kan de meeste vetten zelf maken uit andere stoffen, maar sommige onverzadigde vetten moet je binnenkrijgen met je voedsel: essentiële vetzuren.
Deze zitten vaak in gezonde vette producten, zoals vette vis/noten.
Slide 13 - Tekstslide
Water
Bouwstof
Vervoer stoffen
Ons lichaam: 60% water.
Waterbalans (zie blz 106).
Slide 14 - Tekstslide
Vitaminen
Bouwstoffen en beschermende stoffen.
In kleine hoeveelheden in voeding.
Als je gevarieerd eet heb je weinig kans op tekorten.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Mineralen
Bouwstoffen en beschermstoffen.
Krijgen we vaak genoeg van binnen (zout zelfs teveel).
Calcium=beenweefsel
ijzer: Hemoglobine in rodebloedcellen
Spoorelementen: heel kleine hoeveelheden. Vaak voor enzymen en hormonen. Voorbeelden: fluor, fosfor,jood