2 februari bs 6 evolutie

Basisstof 6 Evolutie
Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 6 Evolutie
Thema 3 Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Lellsopbouw
    Lesopbouw
  1. Terugblik 3.5
  2. Lesdoelen.
  3. Uitleg.
  4. Aan de slag
  5. Afsluiting + Huiswerk.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Leerdoelen
- Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren. 
- Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is evolutie?
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

Slide 5 - Tekstslide

Veranderingen in genotypen
  • Populatie= een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich met elkaar kunnen voortplanten.
  • Nieuwe genotypen ontstaan(voortplanting & mutaties)
  • Diversiteit in een populatie

Slide 6 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
 Proces dat leidt tot het overleven van een organisme dat zich vergeleken met soortgenoten het best heeft aangepast aan de omgeving.

Slide 7 - Tekstslide

Het ontstaan van nieuwe soorten
- Zolang dieren met elkaar kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen  krijgen  spreken wij van één soort
- Isolatie kan zorgen voor nieuwe soorten. Dit kan honderden tot duizenden jaren duren. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Argumenten voor evolutie

Slide 11 - Tekstslide

Fossielen(1)
zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten.

Slide 12 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw(2.1)
  • Verschillende functies
  • Dezelfde bouw
  • Gemeenschappelijke voorouder

Slide 13 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw(2.2)
  • Dezelfde functie
  • Verschillende bouw
  • Geen gemeenschappelijke voorouder

Slide 14 - Tekstslide

Rudimentaire organen
Resten of overblijfselen van organen. Deze ontstaan door aanpassingen aan het milieu, waardoor bepaalde organen niet meer nodig zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Rudimentaire organen

Slide 16 - Tekstslide

Rudimentaire organen
Rudimentaire organen

Slide 17 - Tekstslide

Stamboom
- Door DNA te vergelijken kan je een stamboom maken. Dit heet een evolutionaire stamboom of Verwantschapsschema

- Hoe verder naar beneden, hoe langer geleden.


Slide 18 - Tekstslide

Stambomen
Evolutionaire stamboom: welke soorten gemeenschappelijke voorouders hebben.

Slide 19 - Tekstslide

Volgens de evolutietheorie hebben de Aziatische en de Afrikaanse olifant zich ontwikkeld uit
 ‘oer-olifantachtigen’ die ruim 50 miljoen jaar geleden op aarde leefden.
In de afbeelding is deze ontwikkeling weergegeven in een stamboom.

Hierover de volgende vraag

Slide 20 - Tekstslide

Vragen bij de stamboom (evolutie)
1: Wie is de voorouder van de Afrikaanse en Indische olifant?
2: Welke soorten zijn ongeveer 3 miljoen jaar geleden uitgestorven?
3: Wie is de voorouder van alle olifantachtigen?
4: In welk tijdperk leefde de Paleomastodon?
5: Welke soorten zijn ontstaan vanuit de Paleomastodon?

Slide 21 - Tekstslide

Kunnen een Afrikaanse olifant en een Indische olifant samen nakomelingen krijgen? Leg uit!

Slide 22 - Open vraag

Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.

Slide 23 - Quizvraag