Bs. 5 Het immuunsysteem

Welkom!
Een gezond en gelukkig 2025!

Pak je je spullen erbij?
  • Boek / etui
  • (aantekeningen)schrift
  • Laptop (inloggen LessonUp)
  • Oplader (indien nodig)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Een gezond en gelukkig 2025!

Pak je je spullen erbij?
  • Boek / etui
  • (aantekeningen)schrift
  • Laptop (inloggen LessonUp)
  • Oplader (indien nodig)

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Twee vragen herhaling "nieren".

Deel 1 van basisstof 5: Het immuunsysteem  (weektaak)
Ziekteverwekkers en antistoffen

Zelfstandig werken: basisstof 5

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les ging over nieren
Wat doen de nieren?

Uit welke 3 delen bestaat de nieren?

Slide 3 - Tekstslide

Wat doen de nieren?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de functie van het niermerg?
A
Filteren van bloed
B
Productie van urine
C
Verzamelen van urine
D
Afvoer van urine richting de blaas.

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
3.5.8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
3.5.9 Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
3.5.10 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Slide 6 - Tekstslide

3.5: het immuunsysteem

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je al over immuniteit?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Ziekteverwekkers: antigenen
  • Lichaamsvreemde organismen of stoffen

    Bacterie | virus | schimmel  Parasiet | stuimeelkorrel (pol)

  • Worden herkend m.b.v. antigenen (op de ziekteverwekker)

Slide 10 - Tekstslide

Ziekteverwekkers buiten houden: 3 manieren
  • Met de huid (is moeilijk doordringbaar).

  • Met de slijmvliezen in de luchtwegen: trilharen bewegen slijm naar de uitgang.

  • Met zoutzuur in maagsap (dodelijk zuur).


Slide 11 - Tekstslide

Hoe worden uitstekende delen op cellen van lichaamsvreemde organismen genoemd?
A
Antigenen
B
Virussen
C
Bacteriën
D
A, B en C zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

Hoe zouden bacteriën wel het lichaam in kunnen komen? 

Slide 13 - Tekstslide

Zoek een afbeelding op van één manier waarop ons lichaam ziekteverwekkers tegenhoudt.

Slide 14 - Open vraag

Infectie en afweer
Een ziekteverwekker is toch je lichaam in gekomen... wat nu? 

Afweersysteem (immuunsysteem) wordt actief! 

Slide 15 - Tekstslide

Witte bloedcellen
1. Insluiten en afbreken                 2. Antistoffen maken

               

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn antigenen?
Een antigeen is een eiwit op de buitenkant van een cel of van een virus.

Heeft niets met genen (DNA) te maken!

Ons immuunsysteem herkent  ziekteverwekkers aan antigenen.


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Op welke twee manieren zorgen onze witte bloedcellen voor bescherming tegen ziekteverwekkers?
A
Insluiting en productie van antistoffen
B
Productie van antistoffen en antigenen
C
Insluiting en productie van antistoffen en antigenen
D
Productie van maagzuur, trilharen in het ademhalingsstelsel en de huid

Slide 19 - Quizvraag

Wat doen antistoffen?
Bepaalde witte bloedcellen produceren antistoffen.

Antistoffen sluiten de ziekteverwekker in

Door de insluiting worden ze onschadelijk of gaan ze kapot.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke vraag of vragen heb je nog bij dit onderwerp?

Slide 22 - Open vraag

Weektaak
Basisstof 3.5: Immuniteit
Opgaven 1 t/m 10

Volgende les: immuniteit en allergie

Slide 23 - Tekstslide

Activiteitenweek: Naturalis + Corpus
Naturalis: aardrijkskunde

Corpus: opdracht bij biologie
2 delen:
  • Beleving van een reis door het lichaam: Corpus.
  • Invullen opdrachtenboekje m.b.v. informatie uit interactieve gedeelte.
  • In drietallen.
  • Cijfer: 1-teller voor het boekje.

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn antistoffen?
A
Eiwitten die geproduceerd worden door witte bloedcellen.
B
Delen van een ziekteverwekker waaraan witte bloedcellen die z.v.w. kunnen herkennen.
C
Stoffen waarmee we ziekteverwekkers buiten het interne milieu houden, zoals maagzuur.
D
Antwoorden A, B en C zijn goed.

Slide 25 - Quizvraag

Immuniteit
Witte bloedcellen onthouden welke antistoffen ze moeten maken. 

Bij een volgende besmetting met de ziektverwekker: niet meer ziek, want je hebt snel veel antistoffen gemaakt.

Je bent dan immuun (kunt niet meer ziek worden).

Slide 26 - Tekstslide

Immuniteit
Witte bloedcellen kunnen onthouden welke antistoffen ze moeten maken

Vaak word je maar één keer ziek van een ziekteverwekker.

Je wordt zo immuun (kunt niet meer ziek worden).

Slide 27 - Tekstslide

Natuurlijke immuniteit
  • Doordat je de ziekte zelf een keer doormaakt (bijv. waterpokken).
  • Je produceert antistoffen.
  • Het lichaam onthoudt hoe de antistoffen gemaakt moeten worden.

Slide 28 - Tekstslide

Kunstmatige immuniteit: vaccinatie
  • Door een injectie met delen van een virus of bacterie of een verzwakte versie. 
  • Je lichaam wordt er niet of nauwelijks ziek, maar je witte bloedcellen leren ze zo wel herkennen en onthouden!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
Ziekte doormaken
Injectie met verzwakte/dode (delen van een) ziekteverwekker
Productie van antistoffen
Witte bloedcellen onthouden de geproduceerde antistof

Slide 31 - Sleepvraag

Verkouden? Griepje? Ieder jaar weer?!
Hoe kan dat nou?
  • Door mutaties: kleine veranderingen van de ziekteverwekker.
  • Sommige virussen veranderen bijna nooit, anderen helaas heel snel. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Allergie: overactief immuunsysteem
Immuunsysteem reageert heftig op onschuldige lichaamsvreemde stoffen.
Denk aan: huisstof, dierenharen, pinda's, wespensteek, etc.
                                                                                                  Anafylactische shock

Slide 34 - Tekstslide

Weektaak
Basisstof 3.5: Immuniteit
Opgaven 1 t/m 10


Slide 35 - Tekstslide

Begrippen van 3.5 
Allergie
Vaccin / vaccinatie
Allergische reactie
Antigeen / antistof 
Immuun
Afweersysteem (immuunsysteem)
Infectie
Vaccinatiegraad/ vaccinatie
Kunstmatige  / natuurlijke Immuniteit (leer het verschil)
anafylactische reactie





Slide 36 - Tekstslide