zinnen met meerdere persoonsvormen

Pak alvast je boek (blz. 62), schrift en iPad
Klas 4TB
Goedemiddag
en
Ga zitten 
volgens de
plattegrond.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak alvast je boek (blz. 62), schrift en iPad
Klas 4TB
Goedemiddag
en
Ga zitten 
volgens de
plattegrond.

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les...


...kun je alle werkwoordsvormen in een samengestelde zin correct spellen.
samengestelde zin

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Korte uitleg over samengestelde zinnen
  • Herhaling schema d en t
  • Aan de slag
  • Open vragen LessonUp
  • Afsluiting - Kahoot

Slide 3 - Tekstslide

samengesteld gezin
samengestelde zin

Slide 4 - Tekstslide


enkelvoudige zin

Heeft één persoonsvorm


Vb: Hij heeft een prijs gewonnen.

samengestelde zin

Bestaat uit meerdere persoonsvormen

Vb: Hij heeft een prijs gewonnen, omdat hij heel hard kan rennen.
Neem dit over in je schrift

Slide 5 - Tekstslide

Is het een PV?
________________________________
T.T.    (Tip: lopen invullen)
STAM                  - vind  (ik vind)
STAM + T           - vindt (hij vindt)

V.T.
STAM + TE(N) - fietste, haatte
STAM + DE(N) - breide, leidde
Is het een voltooid deelwoord?
________________________________
  1. Zoek het hele werkwoord
  2. Haal -EN eraf.
  3. Zit de laatste letter in
 't kofschip?
                              >>> T

                              >>> D
d of t?
(Kun je van tijd veranderen)
(Kun je NIET van tijd veranderen)

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
BLZ 62, 63




Klaar? Bedenk bij opdracht 6 alvast 4 zinnen die je straks in de LessonUp kunt zetten.
klassikaal
opdr 1 
zelfstandig
opdr. 2 en 3
in duo's
opd. 4 en 5

Slide 7 - Tekstslide

Maak een samengestelde zin met:
'vind' en 'word'

Slide 8 - Open vraag

Maak een samengestelde zin met:
'wilt' en 'belandt'

Slide 9 - Open vraag

Maak een samengestelde zin met:
'besteedde' en 'word'

Slide 10 - Open vraag

Maak een samengestelde zin met:
'kan' en 'ligt'

Slide 11 - Open vraag