Werkwoordspelling pv tt

Werkwoordspelling pv tt
Uitleg en oefeningen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling pv tt
Uitleg en oefeningen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt:
de regels van de werkwoordspelling toepassen (tt).

Lesdoel: tijdens de uitleg blijft het stil. 
Tijdens het zelfstandig werken blijft het rustig.​

Slide 2 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Stam = ik-vorm
Stam + t
Hele werkwoord

Slide 3 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik loop
Hij loopt
Wij lopen

Slide 4 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik loop
Hij loopt
Wij lopen
Ik antwoord
Hij antwoordt
Wij antwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Truc = lopen 

Ik vind kickboksen leuk.
Ik loop 

= stam, dus vind

Slide 6 - Tekstslide

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

De tennissport (worden) tegenwoordig beoefend door jong en oud.

Slide 7 - Open vraag

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

(Vinden) jij tennissen een leuke sport?

Slide 8 - Open vraag

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

Tennis (zijn) nu een van de grootste sporten van de wereld.

Slide 9 - Open vraag

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

Kickboksen (kennen) zijn oorsprong in Japan en de Verenigde Staten.

Slide 10 - Open vraag

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

Ik (melden) me aanstaande zaterdag aan als vrijwilliger, als jij dat ook (doen).

Slide 11 - Open vraag

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

16. Kickboksen (gebeuren) altijd in een ring.

Slide 12 - Open vraag

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

17. Je (mogen) je tegenstander stoten en trappen.

Slide 13 - Open vraag

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

18. Hopelijk (worden) ik dit jaar kampioen in de C-klasse.

Slide 14 - Open vraag

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

19. Als je morgen bij mij film (komen) kijken, (fietsen) ik nu even langs de Jumbo om wat lekkers te kopen.

Slide 15 - Open vraag

Zet de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd.

20. ‘Als jij vandaag (rijden), (rijden) ik de volgende keer’, zei mijn vader tegen mijn moeder.

Slide 16 - Open vraag

Opdracht pv tt

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt:
de regels van de werkwoordspelling toepassen (tt).

Ik heb dit leerdoel wel/niet bereikt.
Zo nee, ik heb meer uitleg/extra oefening/iets anders, namelijk.....nodig.

Slide 18 - Tekstslide