Spelling algemeen - les 1.8 leestekens + ch

op tafel: IPad + leesboek

  • leesboek ( 5 min.)
  • Lessonup - uitleg  (15 min.)
  • methode in werkboek A: spelling 1.8 - (10 min.)
  • Lessonup - exit ticket -  (5 min.)
  • Blooket ( 10 min.)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

op tafel: IPad + leesboek

  • leesboek ( 5 min.)
  • Lessonup - uitleg  (15 min.)
  • methode in werkboek A: spelling 1.8 - (10 min.)
  • Lessonup - exit ticket -  (5 min.)
  • Blooket ( 10 min.)

Slide 1 - Tekstslide

Spelling algemeen

Slide 2 - Tekstslide

doelen spelling algemeen
  • punt, komma, vraagteken, uitroepteken
  • dubbele punt, aanhalingstekens
  • meervoud znw ieën – iën – eën 
  • verkleinwoorden 
  • hoofdletters 
  • samenstellingen 
  • apostrof 
  • dicteewoorden: ch – t/th - ei       











Slide 3 - Tekstslide

1.8 spelling
Lesdoel:

  • leestekens gebruiken (herhalen)
  • directe rede - dubbele punt en aanhalingstekens
  • woorden met ch

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Een leesteken is een teken voor het lezen.

. = zin is afgelopen
? = zin is een vraag
! = zin met nadruk lezen
H = begin van de zin óf naam
, = pauze in de zin
Jan dit boek is leuk.
Vind jij dat ook Marie?
Zeker!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

wat doe jij hier in spanje
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
.
?
!
,
HOOFD-
LETTER

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Directe of indirecte rede:

Mijn moeder zei: "Ik ben zo trots op jou!"
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 14 - Quizvraag

Directe of indirecte rede:
De juf zegt dat je je spullen op moet ruimen.
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 15 - Quizvraag

Directe of indirecte rede?
Jan vertelde gisteren dat hij naar de tandarts moest.
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 16 - Quizvraag

Zet in de directe rede:
Hij zegt dat Jan bang is.

Slide 17 - Open vraag

zet de zin in de directe rede :
Zij riep hem nog na dat hij zijn tas was vergeten

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Maken: spelling les 1.8 -  opd. 6 + 7 + 9 
                                                                       
                                                                 
timer
10:00
Klaar? 

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf de zin in de directe rede.
Begin de zin met Anna.

Anna zei dat ze de les af heeft.


Slide 21 - Open vraag

Schrijf de zin in de directe rede.
Begin met directe rede.

Anna zei dat ze de les af heeft.


Slide 22 - Open vraag

oefenen ch

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
  • Huiswerk: les 1.8 opd. 6 +7 + 9 af
  • Volgende les: les 2.8 - meervoud znw + verkleinwoorden

Slide 24 - Tekstslide


jeroen zit in de kantine

Slide 25 - Open vraag