H1 - week 20 - les 1 (herhalen A en B, avoir en etre, getallen en kleuren)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

H1

Week 20

Les 1

P. Budel

Bonjour

Deze les

- Geen boeken nodig!

- Bron A en B herhalen

- Vorige periodes herhalen

Wat is de juiste vorm van être:
Nous ________

1. êtes
2. sommes
3. es
4. suis

Wat is de juiste vorm van être:
Vous ________

1. êtes
2. sommes
3. es
4. suis

Wat is de juiste vorm van être:
Sophie ________

1. êtes
2. est
3. es
4. suis

Wat is de juiste vorm van être:
Les filles _____

1. êtes
2. sommes
3. sont
4. suis

Wat is de juiste vorm van être:
Tu ________

1. êtes
2. est
3. es
4. suis

Wat is de juiste vorm van être:
Je _______

1. êtes
2. sommes
3. sont
4. suis

dimanche

lundi

samedi

mardi

les jours

jeudi

vendredi

mercredi

le weekend

la semaine

maandag

vrijdag

zaterdag

de week

dinsdag

donderdag

woensdag

de dagen

het weekend

zondag

dimanche

1. donderdag
2. vrijdag
3. zaterdag
4. zondag

vendredi

1. woensdag
2. donderdag
3. vrijdag
4. zaterdag

jeudi

1. dinsdag
2. woensdag
3. donderdag
4. vrijdag

samedi

1. vrijdag
2. zaterdag
3. zondag
4. maandag

mardi

1. maandag
2. dinsdag
3. woensdag
4. zondag

Welke dag
is het vandaag
volgens het plaatje?

1. maandag
2. dinsdag
3. woensdag
4. donderdag

Hoe hoog is het
tot de top van
de Eiffeltoren?

1. 57 meter
2. 276 meter
3. 116 meter
4. 184 meter

Jij bent 12 en
je wil graag
naar de top met de lift.
Hoeveel betaal je dan?

1. € 8.40
2. €16.70
3. €4.20
4. €13.10

Les couleurs 

Welke kleur staat hier?
vert

1. blauw
2. groen
3. grijs
4. rood

Welke kleur staat hier?
rouge

1. blauw
2. groen
3. grijs
4. rood

Welke kleur staat hier?
violet

1. paars
2. groen
3. blauw
4. bruin

Welke kleur staat hier?
noir

1. paars
2. zwart
3. blauw
4. bruin

Kies de juiste vertaling:
64

1. quatre et soixante
2. cinquante-quatre
3. soixante-dix
4. soixante-quatre

Kies de juiste vertaling:
75

1. septante-cinq
2. soixante-dix-cinq
3. soixante-quinze
4. soixante-cinq

Kies de juiste vertaling:
86

1. quatre-vingt-six
2. huitante-six
3. quatre-vingt-trois
4. quatre-vingt-dix

Wat is de juiste vorm van avoir:
Elle _____

1. as
2. a
3. avons
4. avez

Wat is de juiste vorm van avoir:
Tu _____

1. as
2. a
3. avons
4. avez

Wat is de juiste vorm van avoir:
vous _____

1. as
2. a
3. avons
4. avez

Wat is de juiste vorm van avoir:
Nous _____

1. as
2. a
3. avons
4. avez

Wat is de juiste vorm van avoir:
Je/J' _____

1. as
2. ai
3. a
4. ont

Wat is de juiste vorm van avoir:
Paul _____

1. as
2. a
3. avons
4. avez

demander

donner

bavarder

regarder

chanter

danser

Au travail!

Huiswerk volgende les

Neem voor morgen jouw B boek mee, je schrift en een pen!