Kidsweek (zelfstandige les)


Week 13
Begrijpend lezen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Week 13
Begrijpend lezen

Slide 1 - Tekstslide

Strategie 6

Wat heb ik gelezen?
  • Tabel of schema: welke informatie haal ik hieruit?
  • Hoe kan ik een tekst samenvatten?
  • Wat zijn de sleutelwoorden?
  • Wat is het onderwerp van een tekst?
  • Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
  • Hoe kan ik een tekst uittekenen?
  • Schrijf een samenvatting.
  • Wat is het doel van de schrijver?
Wat heb ik gelezen?

Slide 2 - Tekstslide

Stap 1
Ik lees de tekst en onderstreep de sleutelwoorden (de belangrijkste woorden) in de tekst.
Stap 2
Ik bedenk welke tekening het best bij de tekst past.
Stap 3
Ik schrijf de sleutelwoorden in een tekening, woordveld, schema of mindmap.

Ik doe dit stap voor stap: stukje lezen⇒sleutelwoorden kiezen⇒in het schema zetten⇒volgend stukje lezen enz.
Stap 4
Ik controleer mijn tekening, woordveld, schema of mindmap. Ben ik tevreden? Ik voeg eventueel nog woorden toe.
tekening

woordveld

schema

mindmap

Stap voor stap een tekst uittekenen
Wat doe je als je informatie uit een tekst moet leren of goed wilt onthouden? Je kunt een samenvatting schrijven en deze een paar keer goed lezen. 

Je kunt er ook voor kiezen om een tekst uit te tekenen. Door een tekst te tekenen, onthoud je de informatie extra goed! Hier kun je zien en lezen hoe je dat stap voor stap kunt doen.

Slide 3 - Tekstslide



Niveau A
Lees de stelling van Menno
!

Slide 4 - Tekstslide


Waar gaat deze tekst over?
Schrijf het in een paar zinnen op.

Slide 5 - Open vraag


Wat is het doel van de schrijver van dit artikel? 
Maak de zin af. De schrijver wil met deze tekst...

Slide 6 - Open vraag


Ben jij het eens of oneens met de stelling? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag


Wat zijn de sleutelwoorden in de tekst?
De belangrijkste woorden in een tekst noem je sleutelwoorden. Je ziet hieronder woorden uit de tekst 
Menno over roken in de rij'
A
wachtrij
B
sigaret
C
iemand
D
overal

Slide 8 - Quizvraag


Wat zijn de sleutelwoorden in de tekst?
Nog een rijtje sleutelwoorden!
A
plekje
B
genoeg
C
pretpark
D
rookverbod

Slide 9 - Quizvraag


Hoe wil je dit artikel uittekenen? Maak de zin af.
Ik maak een tekening/woordveld/schema/mindmap, omdat...

Slide 10 - Open vraag



Nieuwsplaatsen (Europa)
Tsjechië
is een land in het midden van Europa.
'Hoogtevrees? Dan was deze koorddans- wedstrijd in Tsjechië niets voor jou.' (pag.11)

Rusland
is een land dat zowel in Europa als Azië ligt.
Het was een onrustig weekend in Rusland. (pag.7)
Berlijn
is de hoofdstad van Duitsland.
'De dieven stalen de megamunt afgelopen weekend uit een museum in Berlijn.' (pag.7)

Slide 11 - Tekstslide



Nieuwsplaatsen (Wereld)
Canada
is een land dat ligt in Noord-Amerika
'Dieven pikken megamunt' (pag.7)

Rusland
is een land dat zowel in Europa als Azië ligt.
Het was een onrustig weekend in Rusland. (pag.7)
Afrika
is een werelddeel onder Europa.
'Dat wordt gebruikt om de hongersnood in Afrika aan te pakken.' (pag.4/5)

Slide 12 - Tekstslide



Nieuwswoorden
de albino
is iemand met een witte huid, wit haar en rode ogen.
'Albino’s zien er misschien bijzonder uit, maar ze zijn net als iedereen.' (pag.4/5)
protesteren
is laten merken dat je het ergens niet mee eens bent.
'President Poetin was vooraf heel duidelijk: protesteren is ten stréngste verboden.' (pag.7)
de autocue
is een bewegend scherm waar alle zinnen op staan die een presentator moet voorlezen. 
'Ik moet leren het nieuws van de autocue te lezen.' (pag.19)
de hongersnood
is een toestand waarin er te weinig eten is. 
'Dat wordt gebruikt om de hongersnood in Afrika aan te pakken.' (pag.4/5)

Slide 13 - Tekstslide


Week 13
Studievaardigheden
Niveau C

Slide 14 - Tekstslide



Zelfstandig
Studievaardigheden

Slide 15 - Tekstslide


Lees tekst 1+2 
Is tekst 1 betrouwbaar? Leg uit.

Slide 16 - Open vraag


Lees tekst 1+2 
Wat zijn de kenmerken van een albino?

Slide 17 - Open vraag


Lees tekst 1+2 
Wat betekent M,V in tekst 2 denk jij?

Slide 18 - Open vraag