In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen vandaag?
Hoe leer je voor biologie?
Oefentoets
Oefenen (Test jezelf maken)
Slide 1 - Tekstslide
https:
Slide 2 - Link
Oefentoets
Slide 3 - Tekstslide
Tekst
licht zintuig
gehoor zintuig
reuk zintuig
Zitast zintuig
smaak zintuig
Slide 4 - Sleepvraag
Twee uitspraken: 1) Hoe sneller de haartjes in het slakkenhuis bewegen, hoe hoger de toon is die je hoort 2) Mensen kunnen geluidstonen horen tussen de 20 en 20000 hertz Welke uitspraken zijn juist?
A
1 is juist
B
2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Verbind de prikkel met het bijbehorende zintuig
Huid
Neus
Tong
Oor
Oog
Pijn
Geurstof
Geluid
Licht
Smaakstof
Slide 6 - Sleepvraag
Zintuigen vangen prikkels op. Daardoor kun je waarnemen. Wanneer weet je wat je waarneemt?
A
Als de prikkel door het zintuig is opgevangen.
B
Als het bericht in je hersenen komen.
C
Als je spieren reageren op de prikkel.
D
Als de zenuwen het bericht doorgeven.
Slide 7 - Quizvraag
Oogzenuw
Vaatvlies
glasachtig lichaam
Netvlies
Slide 8 - Sleepvraag
Met je oren hoor je geluid. Geluid is trillende lucht.
Welke uitspraak over de weg van geluidstrillingen in het oor is goed?
A
De berichten gaan door je trommelvlies naar je hersenen.
B
De gehoorgang vangt trillingen op.
C
De trilhaartjes zetten de trillingen om in lucht.
D
Als het slakkenhuis trilt, gaan ook de gehoorbeentjes trillen.
Slide 9 - Quizvraag
lens
pupil
hoorn
vlies
vaat
vlies
iris
net
vlies
oog
zenuw
oog
spier
Harde
oog
vlies
Slide 10 - Sleepvraag
Zet de stappen van het proeven in de goede volgorde.
1
2
3
4
Geurstoffen prikkelen je zintuig.
Je besluit een stukje taart te nemen. Er gaan berichten van je hersenen naar je armspieren
Je moeder bakt appeltaart. Er komen geurstoffen vrij uit de appeltaart.
Er gaan berichten van je zintuig naar je hersenen. Je weet wat je ruikt: appeltaart.
Slide 11 - Sleepvraag
Muzikanten hebben kans om gehoorschade op te lopen. Een paar muzikanten praten hierover met elkaar.
Welke uitspraak is juist?
A
Roel: Als je vaak en lang naar muziek luistert, slijten je haartjes in je slakkenhuis sneller.
B
Marcella: Als je een instrument vaak bespeelt, slijten haartjes in je slakkenhuis sneller.
C
Jahir: Als je nooit naar muziek luistert, slijten de haartjes in je sklakkenhuis niet.
D
Pieter: Bij geluid onder 130 dB slijten haartjes in je slakkenhuis niet,
Slide 12 - Quizvraag
slakkenhuis
zenuw
oorschelp
trommelvlies
Slide 13 - Sleepvraag
Karel heeft last van een lui oog. Daarom is tijdelijk één van zijn ogen afgeplakt met een pleister. Wat is voor Karel nu moeilijker?
A
Karel heeft moeite een bal te vangen.
B
Karel heeft moeite kleuren van elkaar te onderscheiden.
C
Karel ziet minder in de schemering.
D
Karel ziet minder bij fel zonlicht.
Slide 14 - Quizvraag
Sleep: Waar of niet waar?
WAAR
NIET WAAR
Smaakpapillen zijn prikkels voor de smaakzintuigen.
Smaakzintuigen liggen op je tong en je lippen.
Smaakstoffen sturen berichten naar je hersenen.
Met de smaakzintuigen op je tong kun je smaken waarnemen.