2022_week20_2v_les 1_das Verb werden

Du hast 2 min für:


  • dich zu setzen
  • Jacke aus
  • Köpfhörer sind weg
  • Handys in die Taschen
  • Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
  • Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!
timer
2:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Du hast 2 min für:


  • dich zu setzen
  • Jacke aus
  • Köpfhörer sind weg
  • Handys in die Taschen
  • Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
  • Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?


  • Check-in: Regeln nach, bei, zu
  • Wörter schreiben/abfragen
  • Hausaufgabenkontrolle 



  • Erklärung: das Verb werden
  • An die Arbeit





  • Abschluss/ Hausaufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Am Ende der Stunde........
  • kannst du das Verb werden konjugieren 

Slide 3 - Tekstslide

Was sind die Regeln?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wörter schreiben
  • België
  • Denemarken
  • Frankrijk
  • Griekenland
  • Groot-Brittannië
  • Italië
  • Kroatië
  • die Niederlande
  • Spanien
  • die Türkei
  • Ungarn
  • die Usa
timer
4:00

Slide 6 - Tekstslide

Wörter abfragen
  • België
  • Denemarken
  • Frankrijk
  • Griekenland
  • Groot-Brittannië
  • Italië
  • Kroatië
  • die Niederlande
  • Spanien
  • die Türkei
  • Ungarn
  • die Usa
  • Belgien
  • Dänemark
  • Frankreich
  • Griechenland
  • Großbritannien
  • Italien
  • Kroatien
  • die Niederlande
  • Spanien
  • die Türkei
  • Ungarn
  • die USA

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

An die Arbeit

  • Machen im Buch: 
-Aufgabe 9, Seite 116 (zin 1-4 worden of zullen, zin 5-8 vul de juiste vorm van werden in, zin 9-13 vertaal de zinnen)
- Aufgabe 3, Seite 121 (Lees eerst de tekst. Vul voor iedere persoon in wat van toepassing is op hun vakantie: waarheen? wanneer? met wie? hoe? en wat?)
-Aufgabe 4, Seite 121 (Vertaal Nederlandse zinnen met behulp van de tekst naar Duitse zinnen)


  • Wie?   De eerste 10 minuten niet praten. 

  • Fertig? Na klar online, test jezelf 6.1 en 6.2
timer
10:00
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Am Ende der Stunde........
  • Kannst du das Verb werden konjugieren 

Slide 18 - Tekstslide

Hausaufgaben



Lernen: Wörter Lektion 3 + 4 + redemittel auf Seite 144-145 NL-DU und DU-NL

Slide 19 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Tschüss! 

Slide 21 - Tekstslide