3M 4.4 zenuwstelsel
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn impulsen?
A
Invloed van buitenaf
B
Prikkel
C
Elektrisch signaal
D
Een stofje in je lichaam
Slide 2 - Quizvraag
Waar liggen de schakelzenuwcellen?
A
Volledig binnen het ruggenmerg.
B
Binnen het ruggenmerg of in de hersenen.
C
Zowel binnen als buiten het ruggenmerg.
D
Alleen in de hersenen.
Slide 3 - Quizvraag
De hersenen horen bij....
A
Centrale zenuwstelsel
B
Zenuwen
C
D
Slide 4 - Quizvraag
Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen.....
A
van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
B
van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren
C
binnen het centrale zenuwstelsel
Slide 5 - Quizvraag
De afbeelding is een
doorsnede van
de ruggenmerg.
De ruggenmerg hoort
bij het...
doorsnede van
de ruggenmerg.
De ruggenmerg hoort
bij het...
A
Centrale zenuwstelsel
B
De hersenen
C
De zenuwen
Slide 6 - Quizvraag
welke zin is juist?
A
schakelzenuwcellen geleiden impulsen naar je zintuigen
B
schakelzenuwcellen zijn verbonden aan andere zenuwcellen
C
schakelzenuwcellen liggen alleen in de hersenen
Slide 7 - Quizvraag
Bewegingszenuwcellen staan in verbinden met?
A
Spieren en klieren
B
Huidzenuwen
C
De hersenen
Slide 8 - Quizvraag
in een gemengde
zenuw zitten..
zenuw zitten..
A
gevoelszenuwcellen
B
bewegingszenuwcellen
C
zowel gevoels- als bewegingszenuwcellen
Slide 9 - Quizvraag
De cellichamen van gevoelszenuwcellen liggen
A
buiten het ruggenmerg
B
in het ruggenmerg
Slide 10 - Quizvraag
Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen.....
A
van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
B
van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren
C
binnen het centrale zenuwstelsel
