REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H4 - LES 3

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startrekenen Vooraf deel A

STARTREKENEN VOORAF deel A

les 3

Startrekenen Vooraf deel A

STARTREKENEN VOORAF deel A

les 3

boek

pen of potlood

        WAT HEB JE NODIG?  

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 8 a

Joey is aan het verhuizen.                 Karin is aan het verhuizen.

blz. 137 

Hoeveel verhuisdozen heeft Joey?

2  x  4  =  8  verhuisdozen.

Hoeveel verhuisdozen Schoolreis fase 2heeft Karin?

4  x  2  =  8  verhuisdozen.

Ze hebben allebei   8 verhuisdozen. 2 x 4 = 4 x 2 = 8

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 8 b

Mascha bekijkt haar hoedenkast.     Rita bekijkt haar hoedenkast.

blz. 138 

Hoeveel hoeden heeft Mascha?

6  x  3  =  15  verhuisdozen.

Hoeveel hoeden heeft Rita?

3  x  6  =  18  verhuisdozen.

Ze hebben allebei 18 hoeden. 6 x 3 = 3 x 6 = 18

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 9

blz. 138 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 10 a

blz. 139 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 10 b

blz. 139 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 11 a

blz. 140 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 11 b

blz. 140 

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 12

blz. 140

100

50

40

20

20

10

30

15

10

5

50

25

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 13

blz. 141 

12

24

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 13 b

blz. 142 

20

40

80

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 14

blz. 142

10

20

40

6

4

8

16

20

8

16

32

2

12

24

40

80

4

28

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 15 a

blz. 144 

10       4       40

20

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 15 b

blz. 144 

2       3        6

12

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 15 c

blz. 144 

4       3        12

24

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 15 d

blz. 144 

2       4        8

16

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 15 e

blz. 144 

10     6        60

30

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 16 a

blz. 145 

9

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 16 b

blz. 146 

10

12

14

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 17

blz. 146 

10

15

20 

30

6

9

8

12

4

6

2

3

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 17

blz. 146 

20

24

28 

15

10

12

14

5

50

60

70

25

30

35

6

7

18

21

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 18 a

blz. 147 

20

2

18

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 18 b

blz. 148 

45

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 19

blz. 148 

50

45

30

27

20

18

100

90

40

36

10

9

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 20 a

blz. 150 

  5       5        25

30

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 20 b

blz. 150 

  10     3        30

27

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 20 c

blz. 150 

  5        4       20

24

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 20 d

blz. 150 

  6        4       24

28

Startrekenen Vooraf deel A

NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES

les 3

opdracht 20 e

blz. 150 

  2        6       12

18

Startrekenen Vooraf deel A

DOEL VAN DE LES

les 3

4.1  Je kent de tafels van 3, 4, 6, 7, 8 en 9.

Startrekenen Vooraf deel A

4.2  De TAFELS

les 3

uitleg 11

blz. 151 

Bij het maken van keersommen is het handig om de tafels te kennen.

Als je de tafels niet kent, kun je de keersommen die je wel kent gebruiken.

Je gaat nu sommen maken uit de tafels van 4 en 8.

Startrekenen Vooraf deel A

4.2  De TAFELS

les 3

uitleg 12

blz. 156 

Je gaat nu aan de slag met de tafels van 3 en 6.

Startrekenen Vooraf deel A

4.2  De TAFELS

les 3

uitleg 13

blz. 161 

Je gaat nu aan de slag met de tafels van 7 en 9.

Startrekenen Vooraf deel A

4.1 Wat is vermenigvuldigen?

les 3

maken

opdracht 21 (blz. 151) tot en met opdracht 43 (blz. 167)