Thema 3 bs 2 Verbranding in je lichaam

Thema 3 basisstof 2: Verbranding in je lichaam
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 3 basisstof 2: Verbranding in je lichaam

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling thema 3 bs 1
Weet je het nog?

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn volgens jou brandstoffen?
A
aardgas,glas en hout
B
benzine, steen en papier
C
Olie, benzine en vet
D
papier, vet en water

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van verbrandingsproducten?
A
Benzine, water en aardgas
B
uitlaatgas, koolstofdioxide en water
C
olie, uitlaatgas en water
D
aardgas en benzine

Slide 4 - Quizvraag

De energie die vrijkomt bij de verbranding van een kaars is:
A
licht en beweging
B
warmte
C
licht
D
licht en warmte

Slide 5 - Quizvraag

De verbrandingsproducten die vrijkomen bij de verbranding van kaarsvet zijn:
A
water en koolstofdioxide
B
rook en zuurstof
C
water en zuurstof
D
zuurstof en kooldioxide

Slide 6 - Quizvraag

Wat is niet waar?
A
een indicator is een stof die een andere stof aantoont
B
koolstofdioxide kan worden aangetoond door helder kalkwater
C
koolstofdioxide kan worden aangetoond door jodium
D
Koolstofdioxide kun je niet zien en ruiken

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Wat weet je al?
Welke 2 stoffen heb je nodig bij de verbranding in je lichaam?
(je mag het opzoeken in je boek: zie bs 3.2 blz 143)

Slide 9 - Open vraag

Wat weet je al?
Welke 2 verbrandingsproducten komen er vrij bij de verbranding?
(je mag het opzoeken in je boek: zie bs 3.2 blz 143)

Slide 10 - Open vraag

Verbranding in je lichaam:
vindt plaats in iedere lichaamscel
Nodig
voor
verbranding
glucose  +  zuurstof  --> energie + koolstofdioxide + water
= bloedsuiker
= brandstof
verbrandingsproducten
- komt vrij
- nodig:
    - om warm te blijven
    - om te kunnen bewegen
Reactieschema:
adem je uit

Slide 11 - Tekstslide

Lichamelijke inspanning
- Hoe meer lichamelijke inspanning,
   hoe meer energie je nodig hebt
- meer verbranding in spiercellen

extra brandstof en zuurstof nodig
hart gaat sneller kloppen --> bloed stroomt sneller --> cellen krijgen meer zuurstof en brandstof

Ademhaling wordt sneller --> meer zuurstof in lichaam --> meer koolstofdioxide uit lichaam

Meer verbranding zorgt voor meer warmte

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Lezen:
- Lees eerst de tekst op blz. 143 t/m 145 van je boek goed door.
Maken:
- Thema 3 bs 2: opdracht 7 en 8, flitskaarten en test jezelf
Klaar?
- Maak een samenvatting of leervragen van basisstof 3.2
   Sla deze op in de map NG in je One drive

Slide 13 - Tekstslide

Voor verbranding in je lichaam is nodig:
A
zuurstof en water
B
koolstofdioxide en water
C
glucose en zuurstof
D
glucose en koolstofdioxide

Slide 14 - Quizvraag

De verbrandingsproducten die vrijkomen bij verbranding zijn:
A
energie en water
B
zuurstof en water
C
glucose en water
D
water en koolstofdioxide

Slide 15 - Quizvraag

Vul de ontbrekende woorden in:
Glucose +1. ................--> energie + 2. ....................+ water
A
1= zuurstof 2= koolstofdioxide
B
1=warmte 2=beweging
C
1=beweging 2=warmte
D
1= koolstofdioxide 2= zuurstof

Slide 16 - Quizvraag