hin Les 4k, Taalverzorging H3 werkwoordspelling twijfelgevallen

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Fijn dat je er bent!
Pak je lesboek voor op blz 82, je schrift, je etui met een pen en log in op deze LessonUp. 

Meld jezelf aan voor de klassencode op LessonUp: 
sbvno



timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
  • Vragen over de meervouden? 
  • Uitleg twijfelgevallen werkwoordspelling
  • Zelf nakijken van het huiswerk Taalverzorging H2   
  • Evaluatie en vragen stellen 

Slide 4 - Tekstslide

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:

  • Lesboek 
  • iPad 
  • Schrift
  • Pen

Slide 5 - Tekstslide

H3 NN - Taalverzorging
Werkwoordspelling: twijfelgevallen

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden juist spellen

Slide 7 - Tekstslide

DOEL
MEERVOUD

- je leert hoe je in twijfelgevallen werkwoordsvormen goed kunt spellen 

Slide 8 - Tekstslide

Lastige werkwoorden


Gebeurt en gebeurd zijn allebei goed gespeld, 
maar wat is het verschil? 


Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen gebeurt en gebeurd?

Slide 10 - Woordweb

Lastige werkwoorden
Gebeurt = persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Gebeurd = is een voltooid deelwoord

Dat gebeurt vrijwel dagelijks.
Het is gisteren gebeurd.
De fietsenmaker herstelt mijn racefiets.
Afgelopen maand heeft hij mijn fiets ook al hersteld.

Slide 11 - Tekstslide

Spelling: twijfelgevallen
Bij sommige werkwoorden kun je niet horen hoe je ze moet spellen. 
Dat is onder andere het geval bij werkwoorden die beginnen met voorvoegsels als be-, ver-, ont-, her- of over-. 

De tegenwoordige tijd en de voltooide tijd klinken hetzelfde, maar je schrijft ze vaak anders.

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld
persoonsvorm              voltooid deelwoord
- Soms gebeurt dat        - het is zo gebeurd
– Dat verandert niet             - dat is niet veranderd
– Zij herstelt haar fiets.        – Zij heeft haar fiets hersteld.






Slide 13 - Tekstslide

Ook sommige andere werkwoorden hebben vormen die hetzelfde klinken, maar anders worden geschreven. Bijvoorbeeld:
 
Ik word gebeld  -Hij wordt gebeld


– Vandaag begeleiden wij de sportdag.
– Gisteren begeleidden wij de sportdag.


Slide 14 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling?
[praten]
Ik ________ gisteren over mijn nieuwe diploma.

Slide 15 - Open vraag

Wat is de juiste spelling?
Fred verbeter... zijn cijfer
A
t, want dit is een pv t.t.
B
d, want dit is een vd

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
Ik heb mijn cijfer verbeter...
A
t, want dit is een pv t.t.
B
d, want dit is een vd

Slide 17 - Quizvraag


Wat is de juiste spelling? 
Ik begeleid/begeleidt mijn oma naar haar stoel.
A
begeleid
B
begeleidt

Slide 18 - Quizvraag


Wat is de juiste spelling? 
De sollicitant antwoord/antwoordt: 'Ik ben elk weekend beschikbaar.'
A
antwoord
B
antwoordt

Slide 19 - Quizvraag


Wat is de juiste spelling? 
Vind/Vindt jij dat ook?
A
vind
B
vindt

Slide 20 - Quizvraag

Boek
Ga naar bladzijde 86/87 en maak opdracht 1, 2 en 3

timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Boek
Ga naar bladzijde 86/87 en maak opdracht 4 en 5

timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Ik begrijp nu hoe ik de twijfelgevallen van werkwoordsvormen moet schrijven. Schrijf de letter van jouw antwoord in je schrift of op het blaadje.
A
Ja, ik begrijp het helemaal
B
Ik begrijp het maar moet nog meer oefenen.
C
Ik begrijp het nog niet zo goed en heb meer uitleg nodig.

Slide 24 - Quizvraag

Heb je nog                      vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
H3 - Taalverzorging blz 86 en 87
Maken: opdracht 1, 2, 3, 4, 5 en 6
Zelf nakijken: huiswerk Meervoud 
Hoofdstuk 3 op Magister 

Tot morgen! 



timer
11:00

Slide 28 - Tekstslide

Fijn weekend, tot woensdag

Slide 29 - Tekstslide

Maak een foto van je huiswerk!
(of van jezelf als je geen huiswerk hebt gemaakt...)

Slide 30 - Open vraag