theorieles herhaling

theorieles 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

theorieles 

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
ik weet goed het verschil tussen serie en parallel
ik heb een goed beeld wat het verschil tussen spanning en stroomsterkte is 
ik weet hoe spanning en stroomsterkte verschillen in een serie- en paralelle schakeling. 

Slide 2 - Tekstslide

Stroomsterkte
Stroomsterkte (I) meet je in ampère (A).


Stroomsterkte = de hoeveelheid deeltjes die in een seconde op een bepaalde plek door de draad stromen



    Slide 3 - Tekstslide

    Spanning
    Spanning (U) meet je in volt (V).

    Spanning = de hoeveelheid energie die de deeltjes met zich mee dragen.
    De spanning in een stroomkring kun je vergelijken met de lading van de vrachtwagens.

    Slide 4 - Tekstslide

    • Weerstand (R) in Ohm (Ω)
    • Stroomsterkte (I) in Ampère (A)
    • Spanning (U) in Volt (V)

    Slide 5 - Tekstslide

    Grootheid
    Symbool
    Eenheid
    Afkorting
    Stroomsterkte
    Ampère 
    Spanning
    U
    Volt
    R
    Ω
    i
    Volt
    I
    Ohm
    U
    meter
    V
    weerstand
    a
    A

    Slide 6 - Sleepvraag

    Grootheid
    Symbool
    Eenheid
    Afkorting
    Stroomsterkte
    I
    Ampère 
    A
    Spanning
    U
    Volt
    V
    Weerstand
    R
    Ohm
    Ω

    Slide 7 - Tekstslide

    Bij welke stroomsterkte krijg je een hartstilstand?
    0,002 A
    0,04 A
    0,09 A
    0,3 A
    1 A
    20 A
    230 A
    10.000 A
    230.000 A
    7.000.000 A

    Slide 8 - Poll

    WIST JE DAT?
    Een grote stroomsterkte erg gevaarlijk kan zijn?
    Een aantal gevolgen van verschillende stroomsterktes die door je lichaam lopen:
    0,002 A: een kriebelend gevoel
    0,04 A: verkramping van de spieren
    0,09 A: ademhaling stopt
    0,3 A: accute bewusteloosheid
    1A: hartstilstand
     

    Slide 9 - Tekstslide

    Spanningsmeter
    Draad
    Stroomsterktemeter
    Spanningsbron
    Lamp
    Schakelaar

    Slide 10 - Sleepvraag

    Merijn maakt een schakeling met een lamp. Zowel de spanning over de lamp, als de stroomsterkte door de lamp worden gemeten. Sleep de onderdelen naar de juiste plaats.

    Slide 11 - Sleepvraag

    Slide 12 - Tekstslide

    Bekijk de afbeelding hiernaast. Is dit een serie-, een parallel- of een gemengde schakeling?
    A
    serie
    B
    parallel
    C
    gemengde schakeling

    Slide 13 - Quizvraag

    Bekijk de afbeelding hiernaast. Is dit een serie- of een parallelschakeling?
    A
    serie
    B
    parallel
    C
    gemengde schakeling

    Slide 14 - Quizvraag

    Bekijk de afbeelding hiernaast. Is dit een serie- of parallelschakeling?
    A
    Serieschakeling
    B
    Parallelschakeling
    C
    gemengde schakeling

    Slide 15 - Quizvraag

    Meerdere spanningsbronnen
    Spanningsbronnen kun je op twee manieren op elkaar aansluiten:
    • Serie: alle batterijen achter elkaar
    • Parallel: batterijen in aparte stroomkringen

    Slide 16 - Tekstslide

    Slide 17 - Video

    In een serieschakeling is de stroomsterkte (I) overal gelijk!

    Slide 18 - Tekstslide

    In een serieschakeling is totale spanning (Utotaal) gelijk aan de spanning van spanningsbronnen.

    Slide 19 - Tekstslide


    Wat is de spanning van de batterij?
    1 lampje is 2,25 V. 
    ?
    A
    2,25 V
    B
    2,25 A
    C
    4,5 V
    D
    4,5 A

    Slide 20 - Quizvraag

    De linker spanningsbron is 6 V. De rechter spanningsbron is 3 V. Wat is de totale spanning?
    A
    Onbekend
    B
    3V
    C
    6V
    D
    9V

    Slide 21 - Quizvraag

    Slide 22 - Tekstslide

    Aangezien het aantal tonnen op de wagens overal gelijk is = de spanning bij een parallelschakeling overal gelijk. 

    Slide 23 - Tekstslide

    De stroomsterkte is bij een parallelschakeling dus niet overal gelijk.

    Slide 24 - Tekstslide

    Serieschakeling
    Parallelschakeling
    Stroomsterkte overal gelijk
    Itotaal = I1 = I2 = I3 = Ietc
    Stroomsterkte niet overal gelijk
    Itotaal = I1 + I2 + I3 + Ietc
    Spanning overal gelijk
    Utotaal = U1 = U2 = U3 = Uetc
    Spanning niet overal gelijk
    Utotaal = U1 + U2 + U3 + Uetc

    Slide 25 - Tekstslide


    Hoe groot is de stroomsterkte door de lamp in de afbeelding hiernaast?

    Slide 26 - Open vraag

    In een serieschakeling is totale spanning (Utotaal) gelijk aan de spanning van spanningsbronnen.

    Slide 27 - Tekstslide

    Huiswerk
    Volgende les
    • Bekijk de lessonup thuis 
    • wat is een hotelschakeling? 

    Slide 28 - Tekstslide