Vragen Moleculaire genetica

Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
44 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
44 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 1 - Quizvraag

Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen
C
Mutaties in niet-coderend DNA
D
Puntmutaties in coderend DNA

Slide 2 - Quizvraag

Welke cellen zijn haploïd?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 3 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding!
Wat is waar?
A
één-eiïge tweeling hetzelfde genotype
B
een eiïge tweeling verschillend genotype

Slide 4 - Quizvraag

Als je langdurig in de felle zon ligt, komen in je lichaam meer mutaties voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Door mutaties ontstaat variaties in genotype?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent transgeen?
A
klassieke biotechnologie
B
er is geen trans aanwezig
C
een genetisch gemodificeerd dier
D
genetische modificatie

Slide 8 - Quizvraag

Biotechnologie is al eeuwen oud
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Is bij de toepassing van biotechnologie altijd sprake van genetische modificatie?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Bij de productie van bier en zuurkool wordt genetische modificatie toegepast.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag


Wat wordt er gedaan bij recombinant-DNA-techniek?
A
Met behulp van bacteriën wordt van melk yoghurt gemaakt.
B
Nieuwe klonen worden gemaakt van gunstige organismen.
C
Door het gebruik van gisten wordt brood, bier en wijn bereid.
D
In het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijke informatie aangebracht.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de verzamelnaam van technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens?
A
DNA- recombinant techniek
B
Genetische modificatie
C
Biotechnologie
D
Klonen

Slide 13 - Quizvraag

46 chromosomen in een orgaan
23 paar chromosomen
Karyogram
Gen
Genotype
Fenotype
Geslachtscel man
23 chromosomen eicel 
Zygote
Homozygoot recessief
Heterozygoot
Dominant noteer je ...
man
Geslachtschromo-soom vrouw
Geslachtschromo-soom man
dna-gen
vrouw

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Sleepvraag