15.2 Gehoorzintuig V5 2324

15.2 Gehoorzintuig
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

15.2 Gehoorzintuig

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 13 15.1
Casus Smaakzintuigcellen
De verschillende smaakzintuigcellen reageren op 
zoete, zure, zoute en bittere smaakstoffen en 
umami. Aan een zijde van de cel (bovenkant) bevat 
de smaakcel ionpoorten (voor bijvoorbeeld Na+) of 
receptoren voor moleculen (zoals suiker) zoals in 
de afbeelding getekend. Aan de andere zijde geeft 
de cel transmitterstof af die een sensorische 
zenuwcel prikkelt.

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 13 15.1
Zie opdracht 13 uit de methode.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel 14.2 Je kunt
  • de onderdelen van het gehoorzintuig benoemen (naam, plaats, functie)
  • uitleggen hoe in het slakkenhuis geluidstrillingen worden omgezet in impulsen
  • uitleggen hoe in het slakkenhuis onderscheid wordt gemaakt tussen hoge en lage tonen
  • uitleggen onderscheid gemaakt wordt tussen harde en zachte geluiden
  • uitleggen hoe gehoorbeschadiging door harde geluiden kan worden voorkomen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe komt het dat alleen jongeren hele hoge tonen horen?

Slide 5 - Tekstslide

Het gehoorzintuig (BINAS 87D)

Slide 6 - Tekstslide

Laag (400 Hz) 
Hoog (10.000 Hz)

Slide 7 - Tekstslide

Slakkenhuis

Slide 8 - Tekstslide

Slakkenhuis

Slide 9 - Tekstslide

Slakkenhuis
Eigen frequentie
basilair membraan.

10000 Hz (hoge toon):
dichtbij in het slakkenhuis
400 Hz (lage toon):
ver in het slakkenhuis


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Dwarsdoorsnede slakkenhuis

Slide 12 - Tekstslide

Depolarisatie van de zintuigcel door druk op de zintuigharen/ciliën.

Slide 13 - Tekstslide

Endolymfe




Calciumpoort reageert op spanningsverschil



Blaasje met neurotransmitter

Perilymfe
Haarcel in orgaan van Corti




Depolarisatie







Gehoorzenuwcel

Slide 14 - Tekstslide

Slakkenhuis
Eigen frequentie
basilair membraan.

10000 Hz (hoge toon):
dichtbij in het slakkenhuis
400 Hz (lage toon):
ver in het slakkenhuis


Slide 15 - Tekstslide

Hoge/lage tonen
Schrijf op in je eigen woorden: 
Hoe hoor je het verschil tussen hoge en lage tonen?

Slide 16 - Tekstslide

Harde/zachte geluiden
Bij harde geluiden neemt de frequentie van de impulsen door de gehoorzenuw toe. 

Slide 17 - Tekstslide

Richting van het geluid






Snelheid van het geluid in lucht: +/- 340 m/s

Slide 18 - Tekstslide

Snelheid van het geluid in water: +/- 1500 m/s
Wat gebeurt er met je gehoor onder water?
A
Je kunt minder goed horen
B
Je kunt beter horen
C
Je kunt de richting niet meer bepalen

Slide 19 - Quizvraag

Geluidssterkte
Wordt uitgedrukt in dB. Elke 10 dB erbij is 2 x zo hard.



Slide 20 - Tekstslide

Geluidssterkte

Slide 21 - Tekstslide

Gehoorbeschadiging

Slide 22 - Tekstslide

Gehoorbeschadiging

Slide 23 - Tekstslide

Hoe komt het dat alleen jongeren hele hoge tonen horen?

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoel 14.2 Je kunt
  • de onderdelen van het gehoorzintuig benoemen (naam, plaats, functie)
  • uitleggen hoe in het slakkenhuis geluidstrillingen worden omgezet in impulsen
  • uitleggen hoe in het slakkenhuis onderscheid wordt gemaakt tussen hoge en lage tonen
  • uitleggen onderscheid gemaakt wordt tussen harde en zachte geluiden
  • uitleggen hoe gehoorbeschadiging door harde geluiden kan worden voorkomen

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Maak de opdrachten van 
14.2: Leerroute B (4 t/m 6)


Slide 26 - Tekstslide