1mh 2 feb



Welcome back!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



Welcome back!

Slide 1 - Tekstslide

Planning for today

  • This week: Can & Could + some & any
  • Explanation + Exercises 
  • New Weekly task!


Slide 2 - Tekstslide

Can

Geeft aan dat iets (niet) KAN

I can walk

He can play the piano

We can jump really high


She can't be serious!

They cannot drive a car

(can't of cannot kan allebei)


Can you speak English?

Could

Geeft aan dat iets ZOU KUNNEN

I could be on time

That could be true

We could try that



Beleefde vragen

Could you help me, please?



Slide 3 - Tekstslide

Fill in the gap:
She _______ play the piano very well.
A
can
B
can't
C
could

Slide 4 - Quizvraag

Fill in the gap:
I am sick. I _______ come to your party, sorry.
A
can
B
can't
C
could

Slide 5 - Quizvraag

Fill in the gap:
_____ you help me with my bags please?
A
can
B
can't
C
could

Slide 6 - Quizvraag

Fill in the gap:
It's very loud in here, I ______ here you!
A
can
B
can't
C
could

Slide 7 - Quizvraag

Fill in the gap:
My dog _______ do some really cool tricks!
A
can
B
can't
C
could

Slide 8 - Quizvraag

This was can/could
Any questions
A
Yes
B
No
C
Might have some later

Slide 9 - Quizvraag

SOME en ANY betekenen beide:

  • enkele
  • wat
  • een paar
  • geen (in combinatie met NOT)

 Ik koop elke dag wat snoep in de kantine.

Every day I buy some sweets in the canteen.

Mijn broer mag geen noten eten, hij is allergisch.

My brother can't eat any nuts, he's allergic.


Slide 10 - Tekstslide

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 

Some gebruik je in bevestigende zinnen, deze eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat geen 'not' in.

Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.

Slide 11 - Tekstslide

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 12 - Tekstslide

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 13 - Quizvraag

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 14 - Quizvraag

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 15 - Quizvraag

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 16 - Quizvraag

This was some/any
Any questions?
A
Yes
B
No
C
Might have some later

Slide 17 - Quizvraag

Homework (hoeft pas volgende week donderdag af)

Check even of je 7, 8 & 9 van Unit 4 lesson 1 af hebt. 
Dan ga je verder met:
Unit 4, lesson 2 
Exercise 11 t/m 17

Slide 18 - Tekstslide