Les Neuschwanstein les 1 week 4 dt 3
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ik ben wel eens op vakantie geweest in Duitsland
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Docent klikt op pulsjes en afbeeldingen komen in beeld. Docent kan vertellen. Eindigt met Schloss Neuschwanstein ;) Daar staat een stukje van in je boek. Kijk mee.
Slide 6 - Tekstslide
Docent leest voor!
Slide 7 - Tekstslide
Dit staat in de tekst
Over de tekst geen vragen. Laku opdracht 46 kan gemaakt wordne zelfstandig.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel dagen heeft Ludwig de 2e in het kasteel gewoond?
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarmee wordt de troonzaal vergeleken?
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Werd de concertzaal weleens gebruikt?
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem een van de drie technische snufjes die er in het kasteel zitten.
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Was findet man nicht am Bahnhof?
A
der Zug
B
das Gleis
C
der Kreisverkehr
D
das Ticket
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Was hat nichts mit Wasser zu tun?
A
die Ampel
B
die Brücke
C
das Schiff
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Was hat nichts mit fortbewegen zu tun?
A
zu Fuß gehen
B
Rad fahren
C
fliegen
D
suchen
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
de plattegrond
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
oversteken
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
de metro
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Richtig oder falsch?
Die Ampel ist grün, ich kann weiterfahren.
Die Ampel ist grün, ich kann weiterfahren.
A
richtig
B
falsch
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
richtig oder falsch?
Ich fliege mit der Straßenbahn nach Hause.
Ich fliege mit der Straßenbahn nach Hause.
A
richtig
B
falsch
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
richtig oder falsch?
Der Bus fährt auf dem Gehweg.
Der Bus fährt auf dem Gehweg.
A
richtig
B
falsch
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
