Theorie 8.3

Theorie 8.3 

Onderwijsassistent
Oorzaken en gevolgen dyscalculie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Theorie 8.3 

Onderwijsassistent
Oorzaken en gevolgen dyscalculie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken en gevolgen
Over de oorzaken van dyscalculie is nog veel onduidelijk. Gebleken is dat het wordt veroorzaakt door een verstoring in de hersenen. Bovendien lijkt er sprake te zijn van een erfelijke factor. Een kind met dyscalculie in de familie heeft tien keer meer kans op het krijgen van dyscalculie dan een kind uit een familie waar geen dyscalculie voorkomt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kind met dyscalculie laat bij rekenen meer activiteit zien in de rechterhersenhelft dan een kind zonder dyscalculie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

De specifieke hersengebieden en het samenwerken dan wel uitvallen ervan blijkt van invloed op de ontwikkeling van verschillende leerstoornissen. Dit is ook het geval bij dyscalculie. Gebleken is dat kinderen met dyscalculie meer activiteit in de rechterhersenhelft laten zien bij het werken aan een rekenprobleem, dan kinderen zonder dyscalculie.
Bij opdrachten rondom ruimtelijke oriëntatie is er meer hersenactiviteit in het werkgeheugen van kinderen met dyscalculie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Daarnaast is er een verband gebleken tussen de werkingen van het werkgeheugen en dyscalculie. Bij opdrachten rondom ruimtelijke oriëntatie is er minder hersenactiviteit in het werkgeheugen van kinderen met dyscalculie.
Noem 3 praktische voorbeelden waar iemand met dyscalculie mee te maken krijgt in het dagelijks leven:

Slide 6 - Open vraag

Hierdoor lukt het niet altijd onderwijs te volgen dat past bij hun niveau. Dyscalculie zorgt voor praktische problemen. Denk aan zaken als: niet kunnen klokkijken, niet met geld kunnen omgaan, niet vlug kunnen afrekenen bij de kassa.
Gevolgen
Emotionele gevolgen: 
- weinig resultaat voor veel inspannig
- minder motivatie
- frustratie
- faalangst
- negatief zelfbeeld
- gedragsproblemen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen
Rekenangst: 
- bang om te rekenen
- praktijksituaties uit de weg gaan (betalen met contant geld)
- dichtklappen
- paniek
- vicieuze cirkel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kind heeft problemen met de ontwikkeling van getalbegrip, rekenvaardigheden en probleemoplossende vaardigheden. De verwachting is dat de achterstand van het kind kan verdwijnen met behulp van extra begeleiding. Er is sprake van een ...
A
rekenprobleem
B
rekenstoornis

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je begeleiding biedt aan kinderen met rekenproblemen of dyscalculie is het belangrijk dat je zelf feitelijke en procedurele rekenkennis hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het kind met rekenproblemen of dyscalculie leert rekenstrategieën aan zonder de inzet van concrete hulpmiddelen, zoals blokjes.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een rekenmachine, tafelkaart, concrete materialen en extra kladpapier zijn voorbeelden van hulpmiddelen waar leerlingen met rekenproblemen of dyscalculie voordeel van kunnen hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kind met rekenproblemen kan gebruik maken van een dyscalculieverklaring. Hierdoor kan het kind aanspraak maken op hulpmiddelen en extra tijd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies