Theme 7 All about food, Introduction

Theme 7, All about food
Today:
* Stones
* Grammar 20 and 21
* Voca A, B and C
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Theme 7, All about food
Today:
* Stones
* Grammar 20 and 21
* Voca A, B and C

Slide 1 - Tekstslide

Stones
In the next slides we will look at stones 19 and 20. You might want to mark on your own paper during this lesson, or maybe you want to make some notes. So get out your pens and paper.

Slide 2 - Tekstslide

Wat valt je op?
Wat valt je op?

Slide 3 - Tekstslide

Wat valt je op?

Slide 4 - Tekstslide

Vocabulary A, B and C
I'm going to check your study skills... Please answer quick and make sure your spelling is correct!




Slide 5 - Tekstslide

Translate: zonsondergang

Slide 6 - Open vraag

Translate: sla

Slide 7 - Open vraag

Translate: uitgeput

Slide 8 - Open vraag

Translate: rode biet

Slide 9 - Open vraag

Translate: boodschappen

Slide 10 - Open vraag

Translate: serveerster

Slide 11 - Open vraag

Translate: Brit

Slide 12 - Open vraag

Translate: verkoper

Slide 13 - Open vraag

Translate: gretig

Slide 14 - Open vraag

Translate: counter

Slide 15 - Open vraag

Translate: staff

Slide 16 - Open vraag

Translate: dessert

Slide 17 - Open vraag

Translate: thirsty

Slide 18 - Open vraag

Translate: raspberry

Slide 19 - Open vraag

20. Some and Any
When do we use some and any?
Watch the clip and find out. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

When do we use some?

Slide 22 - Open vraag

When do we use any?

Slide 23 - Open vraag

Samenvattend:
Some:
- Bevestigende zinnen 
- Vragen waarbij je eigenlijk al weet dat het antwoord 'ja' is. 
- Vragen waarin je iemand iets aanbiedt

Any: 
- Ontkennende zinnen 
- in de meeste/alle andere vaagzinnen

Slide 24 - Tekstslide

Would you like ... milk?
A
some
B
any

Slide 25 - Quizvraag

Would you like ............ chocolates?
A
Some
B
Any

Slide 26 - Quizvraag

I haven't got ..... coffee
A
some
B
any

Slide 27 - Quizvraag

Do you have ...... books on the table?
A
some
B
any

Slide 28 - Quizvraag

Is there ......... coffee in your cup?
A
some
B
any

Slide 29 - Quizvraag

21. Would like and would love
Why, when, how to use it.

Slide 30 - Tekstslide

Would like / would love
Wanneer: als je iets heel graag zou willen doen of hebben. 

Hoe: would like / would love + de infinitief

Voorbeeld: 
I would love to go shopping. He would like to go out tonight.
In een restaurant: I would like a sprite, please. 


Slide 31 - Tekstslide

Do you understand the grammar? Did you like this lesson?

Slide 32 - Open vraag

The end!

Slide 33 - Tekstslide