Dierendag

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1,3

De Grote

wiskunde Quiz

DIERENDAG

of

WAAR

NIET WAAR

  1.

Het populairste huisdier in Nederland is een kat.

1. Waar
2. Niet waar

Het dierenasiel heeft in totaal 46 katten.

Op dierendag worden er 16 katten gekocht door mensen. Hoeveel % van de katten blijft in het asiel?

2.

1. 30 katten
2. 30:46x100 = 35%
3. 30:46x100= 65%
4. 16 katten

   3.

Een krokodil is een zoogdier?

1. Waar
2. Niet waar

4. Hoeveel procent van de krokodillen leven in dierentuinen?

1. Minder dan 1%
2. 2%
3. 12%
4. 8%

 5. Van de honden in het asiel is 3/8  deel een mannetje.

   Er zitten 240 honden in het asiel. Welk deel is vrouw?

1. 240:8x5= 150
2. 240:8x3 = 90
3. 5/8 deel
4. het goede antwoord staat er niet bij

6. 

Mevrouw Knohoop weegt 3,365 kg pinda's af voor de apen in de dierentuin

 Pinda's kosten € 0,89 per kg. Mevrouw betaalt met contant geld.

 Hoeveel moet ze betalen?

7.

Dit jaar werd 311 miljoen kg fruit aan dierentuinen gegeven. Hiervan is 14,1% peer.

  Hoeveel kilogram peren is er dit jaar gegeven aan dierentuinen?

 Schrijf je antwoord in cijfers.

8. Wat is een populaire manier om Dierendag te vieren?

1. Een populaire manier is door dierenkorting in winkels.
2. Een populaire manier is door het organiseren van concerten voor dieren.

9. Trudie

Trudie loopt de 100 meter in 12,3 seconden.

 Bereken haar snelheid in km/uur. Rond af op één decimaal.

10. leraren 

Een leraar verdient 42 duizend euro per jaar.

 Een leraar werkt ongeveer 40 weken per jaar en 46 uur per week.

 Bereken wat een leraar gemiddeld per uur verdient.

VIDEO
VRAGEN

00:37

   11.  Jean en Karin hebben zes weken zomervakantie. 

   Zij gaan acht dagen naar een park om neushoorns te bekijken.

 Hoeveel procent van hun zomervakantie gaan zij naar het park?

1. acht dagen
2. 8 %
3. 6:8x100 = 75%
4. 8:42x100 = 19 %

12.

Haaien zwemmen erg snel.

 Een haai zwemt 163 kilometer in 55 uur.

 Bereken zijn snelheid in km/uur.

 Rond af op twee decimalen.

13.

Een olifant loopt de 100 meter in 9,3 seconden.

 Bereken zijn snelheid in km/uur. Rond af op één decimaal.

0

14.

Hiernaast zie je drie aanbiedingen bij een elektronica winkel.

 Bij welke aanbieding krijg je de meeste korting in euro’s?

15.

 Hoeveel procent korting krijg je in totaal als je zowel de notebook én de tablet koopt? Rond af op hele procenten.