In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Door massaproductie aan de lopende band werden lonen lager en producten duurder.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een directe oorzaak voor de economische wereldcrisis?
A
Overproductie
B
De beurskrach
C
Kopen op krediet
D
Landbouwoverschotten
Slide 11 - Quizvraag
Geef één manier waarop Roosevelt de crisis bestreed.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde: A: Rusland vormt de Sovjet-Unie. B: Door een democratische revolutie treed de tsaar af. C: Onder Stalin worden de vijfjarenplannen doorgevoerd. D: Communisten onder Lenin plegen een staatsgreep.
Slide 14 - Open vraag
Door het communisme werden fabrieken in Rusland privébezit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Waarom past dit symbool bij het communisme? Waar staat het voor?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Welke vier letters passen het beste bij het stalinisme? A: Collectivisatie B: Extreem nationalisme C: Indoctrinatie D: Kolchoz E: Planeconomie F: Persoonsverheerlijking
Slide 18 - Open vraag
Stalin voerde in 1928 een planeconomie (vijfjarenplan) in. Wat wilde hij hiermee bereiken?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Wat past niet bij het fascisme van Mussolini?
A
Extreem nationalisme
B
Collectivisatie
C
Indoctrinatie
D
Totalitair
Slide 21 - Quizvraag
Mussolini maakte in 1922 handig gebruik van onvrede en chaos in het land om premier te worden. Leg dit kort uit.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Leg kort uit waarom het politieke geweld in de vroege jaren van de Weimarrepubliek slecht voor het vertrouwen in de democratie was.
Slide 24 - Open vraag
Leg kort uit hoe het Verdrag van Versailles heeft bijgedragen aan de economische problemen in de Weimarrepubliek.
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Een belangrijk verschil tussen het fascisme en het nationaalsocialisme, is dat het nationaalsocialisme...
A
Totalitair is
B
Racistisch is
C
Nationalistisch is
D
Gewelddadig is
Slide 27 - Quizvraag
In 1933 werd de Rijksdag in brand gestoken. Hoe maakte Hitler hier handig gebruik van?