H8.2 - Je ademt (Deel 2) + Bespreken toets

Deze les
  • Start van de les
  • Uitleg Tweede deel H8.2
  • Begrippen om te leren
  • Bespreken van Repetitie H11
  • Einde van de les
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze les
  • Start van de les
  • Uitleg Tweede deel H8.2
  • Begrippen om te leren
  • Bespreken van Repetitie H11
  • Einde van de les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Gaswisseling is:
A
Alleen inademen
B
Alleen uitademen
C
opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide
D
Inademen en Uitademen

Slide 6 - Quizvraag

Rode bloedcellen geven ? af.
Rode bloedcellen nemen  ? op.
Dit noemen we ? in de long.
Zuurstofrijk bloed wordt naar alle ? vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de ?.
Zuurstof
Longen
Koolstofdioxide
Lichaamsdelen
Gaswisseling

Slide 7 - Sleepvraag

waar vind gaswisseling plaats
A
bronchien
B
longen
C
longblaasjes
D
luchtpijp

Slide 8 - Quizvraag

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje

Slide 9 - Sleepvraag

Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 10 - Quizvraag


Welke manier van ademhalen wordt er in de afbeelding hiernaast weergegeven? welke spieren worden daarbij gebruikt?
A
Buikademhaling met het middenrif
B
Borstademhaling met het middenrif
C
buikademhaling met de tussenribspieren
D
borstademhaling met de tussenribspieren

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Toets bespreken
Om sneller door de toets te gaan: 
  • Geen vragen/opmerkingen
      behalve als je denkt dat er een fout in de vraag zelf zit!)
  • Als je een vraag of opmerking over een vraag hebt: 
      - Zet een * voor de toets en kom na het bespreken bij mij
  • Na het bespreken: Tel de punten. Bij een fout in de telling kom je bij mij!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Toets bespreken
  • Bij vragen of opmerkingen over toetsvragen over de punten: 
    Kom langs!

  • Geen vragen? 
    Lever je toets in en je mag RUSTIG vertrekken

    Alvast een goede vakantie!!!!

Slide 35 - Tekstslide

Waarom moet je door je neus ademhalen?
A
De lucht wordt zo verwarmd.
B
Zodat je gevaarlijke stoffen kan ruiken.
C
Zo kun je meer zuurstof inademen.
D
Omdat koolstofdioxide niet door de neus naar binnen kan.

Slide 36 - Quizvraag


Juist of onjuist
a. Trilhaartjes in het slijmvlies van de luchtpijp houden grote stofdeeltjes tegen.
b. Slijmcellen zitten aan de binnenkant van je neusholte, luchtpijp en bronchiën.
R, 1p
A
a = juist b = juist
B
a = juist b = onjuist
C
a = onjuist b = juist
D
a = onjuist b = onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
De lucht dan wordt verwarmd
B
Je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
De lucht vochtig gemaakt wordt
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 38 - Quizvraag

Werken aan opdrachten
  • Opdrachten H8.1
    Maak opdracht 3 t/m 7,  13, 14, 15 en 19
  • Lees 'Hoe haal je adem?'
    Maak opdracht 4 en 5
  • Lees 'Hoe komt zuurstof in je bloed?'
     Maak opdracht 7, 8, 10 t/m 14
  • Online: Werkbladen voor opdracht 8 ,11 en ligt voorin

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

Oefenen: Boeken dicht!

Slide 42 - Tekstslide


Welke functie hoort bij welk orgaanstelsel?
a. Welk orgaanstelsel vervoert stoffen zoals voedingsstoffen, zuurstof en koolstofdioxide?
b. Welk orgaanstelsel laat je organen (samen)werken?  
K, 1p
A
a. ademhalingsstelsel b. bloedvatenstelsel
B
a. ademhalingsstelsel b. zenuwstelsel
C
a. bloedvatenstelsel b. zenuwstelsel
D
a. uitscheidingsstelsel b. zenuwstelsel

Slide 43 - Quizvraag


Welke taken horen bij welk orgaanstelsel?
a. De huid zweet.
b. Vervoert zuurstof naar de spieren.
K, 1p
A
a. ademhalingsstelsel b. spierstelsel
B
a. uitscheidingsstelsel b. bloedvatenstelsel
C
a. zenuwstelsel b. bloedvatenstelsel
D
a. uitscheidingsstelsel b. ademhalingsstelsel

Slide 44 - Quizvraag


Juist of onjuist
a. Bij uitademen ontspannen de tussenribspieren en de middenrifspieren.
b. Bij inademen wordt het middenrif plat.
K, 1p
A
a = juist b = juist
B
a = juist b = onjuist
C
a = onjuist b = juist
D
a = onjuist b = onjuist

Slide 45 - Quizvraag

Vul de juiste woorden in. T2, 1p
Tijdens het voetballen gebruik je meer                                    .

Daarom gaat de                                    omhoog.

Bij een hogere verbranding heb je meer                                 nodig.

Je ademt dan meer                                  uit.
zuurstof
koolstofdioxide
verbranding
energie

Slide 46 - Sleepvraag

In zeer ernstige gevallen van blijvende hik kan een zenuw vlak bij het middenrif doorgesneden worden. De middenrifspieren kunnen dan niet meer gebruikt worden voor de ademhaling.
Met welke spieren kan deze patiënt dan nog wel ademhalen?

Slide 47 - Open vraag


In de afbeelding is schematisch onder andere het ademhalingsstelsel weergegeven. 
Welke letter geeft een bronchie aan?
A
P
B
Q
C
R

Slide 48 - Quizvraag