In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
De Grondwet
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Artikel 1
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Slide 3 - Tekstslide
Wat betekent discriminatie?
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent racisme?
Slide 5 - Open vraag
De belangrijkste wet
In de grondwet staat wie de macht hebben in een land. En op welke manier ze gebruik mogen maken van die macht. Wie is de baas? Hoeveel macht heeft het volk?
In de grondwet staat ook hoe andere wetten moeten worden gemaakt. Die wetten mogen namelijk niet in strijd zijn met wat er in de grondwet staat.
Slide 6 - Tekstslide
Welke wet is een grondwet?
A
Deze wet zorgt ervoor dat kinderen beschermd worden
B
Deze wet is de belangrijkste in het land
C
Deze wet bevat alle verkeersregels
D
Deze wet zorgt ervoor dat de natuur niet wordt vervuild.
Slide 7 - Quizvraag
Wat staat er in de grondwet?
A
Hoeveel grond iemand mag bezitten.
B
Wie de macht heeft in een land.
C
Hoe leiders hun macht mogen gebruiken.
D
Hoe leiders meer macht kunnen krijgen.
Slide 8 - Quizvraag
Je rechten
In de grondwet staan welke rechten burgers hebben. Die rechten gelden voor alle Nederlanders. Daarom regelt de grondwet ook wie Nederlander is.
Slide 9 - Tekstslide
Waar mag de overheid niet zomaar in?
Slide 10 - Woordweb
Welke rechten staan wél in de grondwet?
A
Iedereen moet hetzelfde behandeld worden.
B
De rechter mag je alleen straf geven als je ouder bent dan 18.
C
Iedereen mag zijn mening geven.
D
Iedereen moet een abonnement nemen op een krant.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Arjen is blind. Naar een gewone basisschool gaan is lastig voor hem. Moet de overheid er voor zorgen dat hij toch naar school kan?
A
Nee, de overheid hoeft er alleen voor te zorgen dat hij naar een dokter kan.
B
Dat hangt er vanaf. De grondwet behandelt niet iedereen gelijk.
C
Ja, want de overheid is verplicht te zorgen voor goed onderwijs.
D
Nee, dat mag Arjen zelf regelen.
Slide 13 - Quizvraag
Wie is de baas?
Wie is er de baas in Nederland? De koning? De minister-president? Iedereen?
In de grondwet staat dat precies uitgelegd. De koning of koningin heeft niet meer zo veel te vertellen. In Nederland kiezen we elke vier jaar de partijen die samen een regering gaan vormen. Die regering is dan vier jaar lang de baas in ons land.
In de grondwet staan alle taken van de bazen van Nederland. Waar ze wel en waar ze niet over mogen beslissen. En hoe dat beslissen eerlijk gaat.
Nu lijkt dat allemaal heel logisch. Maar lang geleden, in 1848, was zo'n grondwet een hele verandering. En de koning vond het eerst maar niets...
Slide 14 - Tekstslide
Wie is er volgens de grondwet de baas in Nederland?
A
de koning
B
de president
C
een gekozen regering
D
de rechter
Slide 15 - Quizvraag
Gelijke rechten voor iedereen
Slide 16 - Tekstslide
In welk jaar demonstreerden de mensen voor een nieuwe grondwet?
Slide 17 - Open vraag
Een nieuwe grondwet
Willem de Tweede
Demonstratie
Grondwet
Johan Thorbecke
Slide 18 - Tekstslide
Een dun boekje
Slide 19 - Tekstslide
Dankzij de grondwet van 1848 mochten burgers een regering kiezen. Welke dingen stonden er nog meer in deze grondwet?