Les 3: palliatieve zorg: wetgeving

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel:
  • je hebt kennis van de actuele maatschappelijke ontwikkelingen en discussies over palliatieve zorg, zoals beslissingen rondom het levenseinde, euthanasie, voltooid leven en palliatieve sedatie
  •  je hebt kennis van de wet- en regelgeving t.a.v. beslissingen rondom levenseinde, euthanasie en palliatieve sedatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Zijn er vragen over de vorige les?
Casus over palliatieve zorg in intramurale instelling of thuiszorg. Vraag 1 t/m 4.
Zijn er vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel voorkomende problemen
Veel voorkomende zorgproblemen
  • Buitenwereld wordt steeds kleiner
  • Minder eten en drinken
  • Keert in zichzelf
  • Obstipatie 
  • Moeite met aanvaarden en loslaten (ook familie)
  • Hik
  • Pijn
  • Verwardheid (delier, vaker op het eind)
  • Kortademigheid
  • Misselijkheid en braken
  • Ileus
  • Mondklachten
  • Vermoeidheid (= meest voorkomend, minste te behandelen)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerpad zorgpad
Thema: Begeleiden in de zorg
Organisatie van palliatieve en terminale wetgeving:
9.3 wetgeving en richtlijnen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke wetten rondom palliatieve en stervensfase ken je ?

Slide 6 - Woordweb

Welke wetten bij palliatieve zorg?
Palliatieve zorg wordt vergoed uit de zorgverzekering, de Wet langdurige zorg (Wlz) en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit hangt af van of je een indicatie voor de Wet langdurige zorg hebt, of niet. Voor sommige zorg betaal je het eigen risico en/of een eigen bijdrage.

Terminale zorg wordt vergoed vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) of vanuit de zorgverzekering. Dit is afhankelijk van de situatie. Terminale zorg thuis of in een hospice wordt betaald uit de Wlz. Dit kan bij alle vormen (pgb, modulair pakket thuis of volledig pakket thuis).
Wetten en richtlijnen rondom sterven en dood
  • wet toetsing levenseinde op verzoek en hulp bij zelfdoding
  • melding en toetsing bij euthanasie
  • wet op de lijkbezorging
  • wet op orgaandonatie
  • richtlijn palliatieve fase




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wissel in 2-tallen 10 minuten uit. 
Hoe heb je zelf te maken gehad met palliatieve sedatie?
Heb je zelf wel eens palliatieve sedatie toegepast?
Wat ging goed en/of waar ben je tevreden over?
Wat ging minder of ging zelfs helemaal niet?
Welke medicatie werd er gebruikt?
Hoe werd de familie betrokken je bij dit proces?
Werd er gebruikt gemaakt van het team palliatieve zorg?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve sedatie
Het lijden aan het eind van het leven kan zo zwaar zijn, dat het verlagen van iemands bewustzijn (‘sederen’) het enige is dat de situatie nog kan verlichten. Deze behandeling wordt palliatieve sedatie genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve Sedatie
Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-
= Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn in de laatste levensfase
- continue sedatie
- kortdurend of intermitterend (bv `s nachts)
Doel is het verlichten van lijden dmv verlagen van bewustzijn 
Bij ondraaglijk lijden door onbehandelbare (refractaire) symptomen
- arts bepaald vanuit professionaliteit of een symptoom onbehandelbaar is
- randvoorwaarde; het overlijden wordt binnen 1-2 weken verwacht 

Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-draaglast cliënt/mantelzorg, lichamelijke uitputting)


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden palliatieve sedatie
1. dat de zieke zich daadwerkelijk in de stervensfase bevindt: zijn levensverwachting moet beperkt zijn (enkele dagen, hooguit twee weken);

2. dat de klachten niet meer op een andere wijze te verlichten zijn. Deze situatie kan bij voorbeeld ontstaan door lichamelijke pijn, maar ook door verwardheid, misselijkheid, uitputting, benauwdheid, angst of een optelsom van dergelijke klachten.

Slide 12 - Tekstslide

Bij ondraaglijk lijden in de laatste twee weken van het leven als gevolg van refractaire symptomatologie is palliatieve sedatie ter verlichting van dat lijden een optie. Een zorgvuldige besluitvorming staat daarbij centraal.
Reflectievraag, een eigen ervaring over palliatieve sedatie:
Hoe heb je zelf te maken gehad met palliatieve sedatie?
Heb je zelf wel eens palliatieve sedatie toegepast?
wat ging goed en/of waar ben je tevreden over?
Hoeveel tijd zit er tussen de start van de palliatieve sedatie en het overlijden? 
 Is onvoorspelbaar. 
Uit onderzoek is het volgende bekend over de duur:
Minder dan 1 dag –> 53%
1-7 dagen –> 45%
Langer dan 7 dagen –> 1%

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandacht palliatieve sedatie
• Psychosociale zorg voor cliënt/bewoner en naasten.
• Voorlichting geven over sedatie, aan zowel cliënt/bewoner en naasten als overige hulpverleners en betrokkenen over afspraak diepe sedatie? of mogelijkheid om wakker te worden.
• Afspraken maken over 'afscheid' nemen
• Assisteren arts bij sedatie
• Verpleegtechnisch handelen - subcutane toediening (Midazolam via
   vlindernaald) intermitterend of via pomp
• Evaluatie comfort cliënt/bewoner - start Zorgpad Stervensfase


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Facultatieve opdracht:

Bekijk het filmfragment:  9.17-13.46.
Wat roep het bij je op?

Facultatief; Bekijk de verdere opname thuis.
https://www.2doc.nl/documentaires/2022/02/voorgoed-samen.html

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg begint als het moment van sterven dichterbij komt?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg heeft ook betrekking op de naasten van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit van leven is ook afhankelijk van de normen en waarden van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg is gericht op het vergroten van de autonomie van de zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat palliatieve sedatie voor?
A
verhogen van bewustzijn zodat de zorgvrager zo min mogelijk lijdt
B
om kwaliteit van sterven te verbeteren
C
om kwaliteit van leven te verbeteren
D
verlagen van het bewustzijn zodat de zorgvrager zo min mogelijk lijdt

Slide 22 - Quizvraag

in de volgende dia krijg je uitleg van een arts over palliatieve sedatie
Financiering van palliatieve zorg
Afhankelijk van de plaats waar de zorg gegeven wordt, welke wet van toepassing is. 

Zorgverzekeringswet (Zvw)
Wet langdurige zorg (Wlz)
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Jeugdzorg (JZ)



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Euthanasie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welk land komt het woord Euthanatos?
A
Colombia
B
Portugal
C
Griekenland
D
Duitsland

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Euthanasie
Opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene op diens uitdrukkelijke verzoek.
 
Zorgvuldigheidseisen arts:
  •  Vrijwilligheid bij de patiënt
  •  Herhaald en weloverwogen verzoek
  •  Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
  •  Een andere arts moet geraadpleegd zijn (SCEN)
  •  Arts moet melding maken, regionale toetsingscommissie zal toetsen of er zorgvuldig is     gehandeld
Als hieraan niet wordt voldaan, is euthanasie strafbaar!



 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/levenseinde-en-euthanasie/euthanasie

https://www.waardigheidentrots.nl/category/onderwerpen/palliatieve-zorg/page/5/

https://www.nvve.nl/informatie





Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbeschikkingsrecht

Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn strafbaar. Alleen artsen kunnen deze handelingen in bijzondere omstandigheden en bij naleving van alle zorgvuldigheidseisen straffeloos uitvoeren. 

Principiële bezwaren van artsen tegen euthanasie en hulp bij zelfdoding dienen te worden gerespecteerd.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er na de Euthanasie
Arts
Lijkschouwarts
Officier van Justitie
Regionale Toetsingscommissie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 4 verschillen tussen euthanasie en palliatieve sedatie.

Slide 32 - Open vraag

Doe euthanasie
Continue sedatie versus euthanasie

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is bij palliatieve sedatie sprake van euthanasie
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verrijkingsliteratuur

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Morfine 

feiten en fabels

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morfine werkt niet verslavend
A
Ja, dat klopt
B
nee, dat klopt niet

Slide 39 - Quizvraag

Verslaving is onder te verdelen in geestelijke en
lichamelijke afhankelijkheid. Als u morfine als pijnstiller
gebruikt, is de kans op geestelijke afhankelijkheid zeer
gering. Een verslaving treedt op wanneer iemand zonder pijn morfine gebruikt, dan treedt er een bepaalde
‘kick‘ op. Deze ‘kick’ treedt niet op wanneer morfine
de functie heeft om pijn te verlichten. Zoals bij bijna
ieder geneesmiddel dat langdurig wordt gebruikt, is
er wel sprake van lichamelijke gewenning aan morfine.
Dit is op zich niet schadelijk. Alleen als het gebruik
van morfine plotseling wordt gestaakt, kan dat zogenaamde ontwenningsverschijnselen veroorzaken. Voorbeelden zijn: hartkloppingen, zweten, misselijkheid,
braken en diarree. Deze verschijnselen kunnen worden
voorkomen door de dosis geleidelijk te verlagen. Doe
dit in overleg met uw arts.
Huiswerk:
Opdracht wetgeving in module E: palliatieve zorg.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van morfine heb je steeds meer nodig
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quizvraag

De dosering morfine wordt alleen verhoogd wanneer
de pijn toeneemt. De pijn bepaalt hoeveel morfine
u nodig heeft. Daarbij is het goed om te weten dat
de dosis van morfine in principe geen bovengrens
heeft. Er zijn mensen die het honderdvoudige van de
dosering waarmee ze gestart zijn, krijgen toegediend.
Morfine werkt levensbekortend
A
Ja
B
Nee

Slide 42 - Quizvraag

Het is een misverstand dat morfine alleen wordt
gegeven in het eindstadium van kanker. De veronderstelling dat morfine levensbekortend werkt, is niet juist.
Morfine wordt niet voorgeschreven om de dood te
bespoedigen. Ongeveer 25% van de morfine wordt
gebruikt door patiënten met langdurige, chronische
ziekten zoals reuma. Morfine kan dus jaren achtereen
als pijnstiller worden voorgeschreven. Ook kan
morfine tijdelijk worden gegeven en daarna worden
afgebouwd, zoals na een operatie.
Morfine veroorzaakt
ademhalingsmoeilijkheden
A
Ja
B
Nee

Slide 43 - Quizvraag

Bij de behandeling van pijn met morfine spelen
ademhalingsmoeilijkheden geen rol. Alleen zeer hoog
gedoseerde morfine­injecties in een ader kunnen
problemen met de ademhaling veroorzaken. Benauwdheid kan juist reden zijn om morfine voor te schrijven
Van morfine wordt je suf
A
Ja
B
Nee

Slide 44 - Quizvraag

 Sufheid is een bijwerking die kan optreden tijdens
de eerste dagen van de behandeling met morfine of
na verhoging van de dosis morfine. Vaak wordt de
innerlijke rust, die optreedt als men geen last meer
heeft van pijn, verward met sufheid en slaperigheid.
Vragen?

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat neem je van deze les mee en hoe kijk je terug op deze manier van kennisoverdracht

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies