§2.3 Volume met onderdompelmethode

H2 STOFFEN
§3 Volume van onregelmatige voorwerpen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 STOFFEN
§3 Volume van onregelmatige voorwerpen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt het volume van een ongelijk voorwerp berekenen met behulp van de onderdompelmethode.

Slide 2 - Tekstslide

Programma van de les
  • Herhaling paragraaf 2.3 (volume rechthoekig voorwerp)
  • vervolg paragraaf 2.3
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Het volume van een onregelmatig voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Bereken het volume

Slide 5 - Tekstslide

V = Veind - Vbegin

Slide 6 - Tekstslide

Onregelmatige vaste vorm

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige vaste vorm

Slide 8 - Tekstslide

Bereken het volume

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk
opdracht 14 en 15 (blz 65)
2-tallen

Klaaropdracht:
opdracht 16 en 17
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord

Slide 11 - Tekstslide

Voor volume worden verschillende eenheden gebruikt. 1 mL is gelijk aan:
A
1 mm3
B
1 cm3
C
1 dm3
D
1 m3

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de grootheid die bij uur hoort?
A
Lengte
B
Tijd
C
Massa
D
Hoelang

Slide 13 - Quizvraag

Omrekenen !
(kilo - hecto - deca - .......................... - deci - centi - milli)

Hoeveel gram is 3,5 kg
A
35
B
350
C
3500
D
35000

Slide 14 - Quizvraag

Welke grootheid wordt bij Kubieke meter?
A
Massa
B
Gewicht
C
Volume
D
Tijd

Slide 15 - Quizvraag

Omrekenen !
(kilo - hecto - deca - .......................... - deci - centi - milli)

Hoeveel kiloWatt (kW) is 600 W
A
6000
B
0,006
C
0,6
D
6

Slide 16 - Quizvraag

Doel van de les
De leerling kan het verschil tussen gewicht en massa uitleggen.
De leerling kan 2 manieren benoemen hoe je het volume van een stof kunt bepalen

Slide 17 - Tekstslide

Paragraaf 2.3
Als we met stofjes werken moeten hebben vaak een bepaalde hoeveelheid nodig (bv 300 gram).  Om de juiste hoeveelheid
af te meten maken we gebruik van een weegschaal.

Zo'n weegschaal meet het gewicht van de stof,
maar hij geeft de massa van de stof weer.
Gewicht: kracht waarmee de aarde trekt
massa: hoeveelheid deeltjes van een stof

Slide 18 - Tekstslide

Paragraaf 2.3
Het volume is hoeveel ruimte een bepaalde stof inneemt (lijkt een beetje op inhoud). Kun je uitrekenen met l x b x h of met de onderdompel methode


Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Wat: Maken paragraaf 2.3
Hoe: digitaal, als je denkt dat je klaar bent dan "test jezelf"
Klaar?: kijk het na. Noteer wat  je moeilijk/lastig vindt. 

Slide 20 - Tekstslide