1.
Rituelen (Vandaag): Wat doen de gelovigen regelmatig? Denk aan bidden, verering, zegeningen en meditatie.
2. Verhalen: De verhalen binnen het geloof. Denk aan verhalen over de goden, profeten, het ontstaan van het leven en mythen.
3. Ideeën (filosofie): Wie of wat is God? Wat doet God of de Goden wel of niet? Bestaan er geesten, engelen of een ziel?
4. Leefregels (ethiek): Hoe moet de gelovige leven? Wat mag wel of niet van de religie? Is er iets verboden of kan je juist iets bijzonder ‘goeds’ doen?
5. Organisatie: Hoe ziet de gemeenschap of groep gelovigen eruit? Wie bepaalt de regels? Wie zijn de belangrijkste personen? Zijn er mensen die meer macht hebben dan anderen? Als je vragen zou hebben over hoe de religie werkt, aan wie zou je dan jouw vragen kunnen stellen? En waarom is dat dan de juiste persoon?6. Objecten: Belangrijke gebouwen, kunst, sieraden, standbeelden en andere ‘dingen’.
> Iedere les staan er in principe twee van de bovenstaande onderdelen centraal.