Les 18 - Politieke stromingen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

WELKOM!

1. Zoek een plek.

2. Pak je boek, werkboek, schrift en pen.

3. Open de LessonUp app.

4. Klets met je buurman/-vrouw.

Op welke partij zou jij stemmen?

VVD

D66

CDA

Christen-Unie

Partij voor de Arbeid/Groen Links

PVV

NSC

SGP

BBB

Forum voor Democratie

Zet in de volgorde die jij het belangrijkste vindt. Begin met 1.

A. Meer gas uit Groningen

B. Persoonlijke vrijheid

C. Vrede

D. Arbeidsduurverkorting

E. Nederland uit de EU

F. Gelijkwaardigheid

G. Zwarte zwartepiet handhaven

H. Verbod op adoptie door homoseksuele echtparen

I. Economische vrijheid

J. Lagere belastingen en premies

K. Meer ontwikkelingshulp

L. Bijbelse waarden en normen

Op welke partij zou jij stemmen volgens de diagram?

VVD

D66

CDA

Christen-Unie

Partij voor de Arbeid

PVV

GroenLinks

SGP

BBB

Forum voor Democratie

Ideologie

"Een verzameling ideeën over wat er belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best met elkaar kunnen samenleven."

Twee vragen:

1. Welke normen en waarden staan centraal?
2. Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied?  

• Links: Actieve overheid/beschermen zwakkeren
• Rechts: Passieve overheid/eigen verantwoordelijkheid
• Midden: tussen links en rechts

Liberalisme

• Mensen zijn niet gelijk, maar gelijkwaardig
• Waarde: Persoonlijke en economsiche vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en tolerantie 

Liberalisme

Vrijemarkteconomie 

Eigen verantwoordelijkheid: korte en lage uitkeringen

Kerntaken: veiligheid en basisvoorzieningen

'Kleine' overheid. 

Het liberalisme is:

1. Links
2. Midden
3. Rechts

Sociaaldemocratie

• Socialisme: niet iedereen heeft gelijke kansen
• Solidariteit: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
• Eerlijkere verdeling van kennis, inkomen en macht.

Sociaaldemocratie

• Waarde: solidariteit en gelijkwaardigheid.
• Einde aan armoede en ongelijkheid door: 
• Communisten: revolutie
• Sociaaldemocraten: verkiezingen in de regering

Christendemocratie

• Confessionalisme baseert zich op geloof.
• Bijbelse waarde: rentmeesterschap, naastenliefde en saamhorigheid.

Christendemocratie

• Maatschappelijk middenveld (kerken, vakbonden, verenigingen) moet ondersteunt worden door de overheid. 
• Overheid zorgt voor uitkeringen en handhaving.

Ecologisme

• Zorg goed voor de aarde is belangrijker dan economie. 
• Waarde: duurzaamheid en bescherming leefmilieu. 
• Linkse partijen

Populisme

• = 'houding'/geen stroming
• 'Stem van het volk' 
• Tegen politieke elite. 
• Nationalistisch: tegen immigratie, tegen inmenging van buitenland, voor culturele tradities

Progressief

'Vooruitstrevend, op vooruitgang gericht'

Conservatief

'Behoudend' 

'Vroeger was alles beter'

Benadrukken wat al is bereikt. 

Vaak combinatie. Voorbeeld: SP

Hoger minimumloon (progressief)

Ontslagbescherming behouden (conservatief)

Opdrachten

10 minuten

Alleen (Duo's) 

Uitkomst: 

Bespreken (met het rad)

Klaar?:

Opdracht 11

Opdracht:

Ga aan de slag met opdracht 1-6 (blz. 72) en 9 en 10

(   )

Huiswerk

Opdracht 1-6, 9 en 10