Beeldaspect: kleur

KLEUR
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenCKVMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Introductie

Aan de hand van schilderijen van Vincent van Gogh maken de leerlingen kennis met het beeldaspect ‘kleur’. Na een interactieve introductie van de begrippen kleursoort, -verzadiging, -helderheid en -contrast, wordt geoefend en geschetst.

Instructies

Algemene leerdoelen
- De leerlingen maken kennis met het werk van Vincent van Gogh.
- De leerlingen maken kennis met het beeldaspect ‘kleur’.
- De leerlingen kunnen de begrippen kleursoort, -verzadiging, -helderheid en -contrast herkennen en toepassen in eigen werk en dat van anderen.

Aansluiting op het curriculum
- Domein kunst en cultuur: kerndoel 50
- Tehatex: domein A1 (beschrijven, onderzoeken en interpreteren)
- Kunst algemeen: vormgeving (beeldaspecten)

Benodigde materialen
1. Voor deze les hebben de leerlingen hun mobiel nodig. Als niet alle leerlingen een mobiel hebben, kan de les ook zonder mobiel worden gedaan.
2. Voor de twee schetsopdrachten hebben de leerlingen papier en een schetspotlood nodig.

Differentiatie
1. De schetsopdrachten kunnen worden uitgebreid door leerlingen te laten schilderen in plaats van schetsen. Houd dan rekening met een lesduur van minstens 120 minuten.
2. De schetsopdrachten kunnen vertaald worden naar photoshop of naar een collage. Leerlingen kunnen in dat geval foto's maken/afbeeldingen zoeken en deze zo nodig bewerken.
3. De les kan worden ingekort door alleen de oefeningen te doen, of deze juist weg te laten.

Onderdelen in deze les

KLEUR

Slide 1 - Tekstslide

Het beeldaspect 'kleur' gaat over de inzet van kleur in de schilderkunst. In dit geval over het werk van Vincent van Gogh.

Korenveld onder onweerslucht, 1890.

KLEURSOORT
Traditioneel zijn er in de beeldende kunst drie kleursoorten:
-primair
-secundair
-tertiair

Slide 2 - Tekstslide

Licht het begrip 'kleursoort' toe. Klik op de hotspot voor een opsomming van de drie kleursoorten.
Hier zie je de kleurencirkel die Vincent gebruikte. Hij komt uit het theorieboek van Charles Blanc (1867).

Slide 3 - Tekstslide

Vertel: In deze kleurencirkel staan geen tertiaire kleuren. Tertiaire kleuren ontstaan als je drie (of meer) primaire kleuren mengt. Denk bijvoorbeeld aan verschillende bruinen, olijfgroen en mosgroen.

Klik op de hotspot voor een voorbeeld van tertiair kleurgebruik.

- Schoenen, 1886

In de schoenen zie je veel tertiaire kleuren.

Slide 4 - Tekstslide

Vertel: In deze kleurencirkel staan geen tertiaire kleuren. Tertiaire kleuren ontstaan als je drie (of meer) primaire kleuren mengt. Denk bijvoorbeeld aan verschillende bruinen, olijfgroen en mosgroen.

Klik op de hotspot voor een voorbeeld van tertiair kleurgebruik.

- Schoenen, 1886

Welke kleursoort gebruikte Vincent hier vooral?
Vincent gebruikte in De aardappeleters vooral tertiaire kleuren.

Slide 5 - Tekstslide

Het antwoord staat in de hotspot.

Vertel: Soms wordt er gezegd dat Vincent in De aardappeleters bijna geen kleur gebruikte. Als je goed kijkt zie je dat dat niet klopt. Hij gebruikte wel degelijk kleur: rood, blauw, geel, groen etc.

Vincent gaf de gezichten van de mensen de kleur van een "stoffigen aardappel". Ben je het daarmee eens?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleursoort zie je in De slaapkamer vooral?
Hier zie je vooral primaire kleuren: blauw, geel en rood.
Vincent gebruikte ook secundaire en tertiaire kleuren.
De heldere kleuren drukten voor Vincent "absolute rust" of "slaap" uit.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. (Het antwoord staat in de hotspot). Klik op de hotspot met de spreekballon voor Vincents visie op zijn kleurgebruik in dit werk.

De slaapkamer, 1888.

Brief 705.

A
B
In welke slaapkamer zou jij het meest tot rust komen? A of B?

Slide 8 - Tekstslide

Vertel:De slaapkamer is in de loop der tijd verkleurd. Het rode pigment is verbleekt. Daardoor is hij nu niet lila, maar blauw.

Slaapkamer B is een reconstructie. We weten niet zeker of De slaapkamer er bijna 130 jaar geleden echt zo uit zag.

Welke kleursoorten gebruikte Vincent in Tuin van de inrichting?
Vincent gebruikte veel tertiaire kleuren: bruin, mosgroen, roodbruin en grijs. Daarnaast gebruikte hij secundaire kleuren: groen, paars en oranje. Primaire kleuren gebruikte hij nauwelijks.

Slide 9 - Tekstslide

Vertel: Op dit schilderij is de tuin van de inrichting in Saint-Rémy te zien. Daar was Vincent een jaar opgenomen.

Tuin van de inrichting, 1889.


"een rood waas voor de ogen"
Vincent schreef dat de kleuren:"...een beetje het angstgevoel opwekken waaraan sommige van mijn lotgenoten soms lijden, dat men "een rood waas voor de ogen krijgen" noemt."

Slide 10 - Tekstslide

Vertel: Vincent kon met kleuren een gevoel uitdrukken. Hij versterkte de emotionele lading van zijn werken door kleuren te combineren.

Klik op de hotspot voor Vincents visie op zijn kleurgebruik in dit werk (brief 822). De brief was gericht aan zijn vriend Emile Bernard.
KLEURVERZADIGING
Kleurverzadiging zegt iets over de zuiverheid van een kleur. Kleuren met een hoge verzadiging beschrijven we als 'fel, helder en diep'. Kleuren met een lage verzadiging omschrijven we juist als 'flets en grauw'.

Slide 11 - Tekstslide

Licht het begrip 'kleurverzadiging' toe of klik op de hotspot voor een toelichting.


Hier gebruikte Vincent vooral zuivere kleuren. Deze worden ook wel verzadigd genoemd. Dit zijn kleuren die niet gemengd zijn met wit, zwart of grijs.
Hier zie je juist vooral onzuivere kleuren. Deze worden ook wel onverzadigd genoemd. Dit zijn kleuren die gemengd zijn met bijvoorbeeld wit, zwart of grijs.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag: In welk schilderij gebruikte Vincent vooral zuivere kleuren, en waar paste hij juist onzuivere kleuren toe?

  • Zonnebloemen, 1889
  • Achterkant van huizen, 1885
Opdracht 1

Schets een stadsgezicht met:

- Eén primaire kleur

- Twee onverzadigde kleuren

Tip: bewaar je schets, je hebt hem later nodig. 


timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Laat de leerlingen 5 minuten schetsen en bespreek hun bevindingen vervolgens na. Klik op de timer om deze te activeren.
KLEURHELDERHEID
Kleurhelderheid wordt ook wel kleurintensiteit genoemd. Het is de mate waarin een kleur is vermengd met wit of zwart. Kortom: hoeveel wit of zwart er aan een kleur is toegevoegd.

Slide 14 - Tekstslide

Licht het begrip 'kleurhelderheid' toe of klik op de hotspot voor een toelichting.


Voor de sterren en de maan heeft Vincent de kleuren juist 'verhelderd'. De kleuren zijn gemengd met wit.
De kleuren van deze boom zijn 'verdonkerd'. Dat betekent dat Vincent zijn kleuren heeft gemengd met zwart.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag: Waar heeft Vincent zijn kleuren verhelderd en waar heeft hij ze juist verdonkerd?

In Sterrennacht zitten zowel verhelderde als verdonkerde kleuren.

Sterrennacht, 1889, Museum of Modern Art, New York.
KLEURCONTRAST
Kleurcontrast gaat over kleurcombinaties waarbij kleuren elkaar versterken of verzwakken.
Vincent maakte gretig gebruik van kleurcontrasten. Om zo min mogelijk verf te verspillen, testte hij kleurcombinaties eerst met gekleurde draadjes. In bijna elk werk is er wel een kleurcontrast te vinden. In de meeste schilderijen zelfs meerdere.

Slide 16 - Tekstslide

Licht het begrip 'kleurcontrast' toe of klik op de hotspot met het hoedje voor een toelichting.

Het kleurcontrast dat Vincent hier onder andere gebruikte heet 'complementair kleurcontrast'. Hierbij zet je twee kleuren die in de kleurencirkel tegenover elkaar staan naast elkaar. Complementaire kleuren versterken elkaar.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag: Hoe heet het kleurcontrast dat Vincent in deze twee werken gebruikte? 
Klik op de hotspot voor het antwoord. (Naast het complementair kleurcontrast is er ook warm-koud contrast, licht-donker contrast en kwaliteitscontrast te zien.)
Rode kolen en uien is net als De slaapkamer verbleekt. Het kleurcontrast was oorspronkelijk dus nog sterker.

  • Rode kolen en uien, 1887 
  • Zelfportret met grijze vilthoed, 1887 (detail)
"dat er kleuren zijn die elkaar doen schitteren, die een paar uitmaken, elkaar completeeren...”

Slide 18 - Tekstslide

Klik op de hotspot met de spreekwolk voor een citaat van Vincent over complementaire kleuren. Het citaat komt uit een brief aan zijn zus Willemien (brief 626).

Zelfportret als schilder 1887-1888


Het kleurcontrast dat je hier ziet heet 'licht-donkercontrast'. Hierbij wordt een lichte kleur naast een donkere kleur gezet. In dit geval lichtgeel naast donkergroen.

Slide 19 - Tekstslide

Vraag: Hoe heet het kleurcontrast dat Vincent in dit werk gebruikte?
Klik op de hotspot voor het antwoord.

Landschap bij avondschemering, 1890.


Hier zie je een 'warm-koudcontrast': een warme en een koude kleur naast elkaar. Door warm en koud te combineren lijkt de warme kleur naar voren te komen. Zoals de donkergele vaas tegen de lichtgele muur.

Slide 20 - Tekstslide

Vraag: Welke kleurcontrasten heeft Vincent hier ingezet?

Het 'warm koudcontrast' wordt uitgelegd in de hotspot. Vincent gebruikte daarnaast ook een kwaliteitscontrast.

Irissen, 1890.


"een effect van enorm uiteenlopende complementaire kleuren die elkaar door hun tegenstelling sterker doen uitkomen."

Slide 21 - Tekstslide

Vertel: Vincent schilderde dit stilleven in de inrichting in Saint-Rémy. Oorspronkelijk waren de irissen paars. Door verbleking van een rood pigment zijn de bloemen blauw geworden. Er zat dus ook een complementair kleurcontrast in.

Klik op de hotspot voor Vincents visie op het complementaire kleurcontrast in Irissen (1890). Brief 870 aan zijn broer Theo.



Hier is sprake van 'kleur-tegen-kleurcontrast'. Hierbij worden twee bonte kleuren naast elkaar gebruikt. Dat geeft een knallend effect.
Hier zien we 'kwaliteitscontrast'. Hierbij worden verschillende tinten van een kleur gecombineerd. In dit geval: fel-, licht- en donkergroen.

Slide 22 - Tekstslide

Vraag: Waar gebruikte Vincent een 'kleur-tegen-kleurcontrast' en waar zette hij een 'kwaliteitscontrast' in? Klik op de hotspots voor de antwoorden.

  • Het Gele Huis (De straat), 1889
  • Korenaren, 1890
Opdracht 2

Ga verder met je stadsgezicht en voeg toe:

- Een warm-koudcontrast

- Een complementair kleurcontrast



timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Geef de leerlingen 5 minuten de tijd om te schetsen. Bespreek de resultaten na.
KLEURGEBRUIK


"Kleur drukt uit zichzelf iets uit, dat kan men niet missen, daar moet men gebruik van maken."

Slide 24 - Tekstslide

Klik op de hotspot voor een citaat van Vincent over kleurgebruik. (20 oktober 1885, brief aan zijn broer Theo).

Hier zie je veel natuurlijk kleurgebruik.
Hier lijk het of Vincent veel onnatuurlijk kleurgebruik heeft toegepast. Maar is dit wel zo?

Slide 25 - Tekstslide

Vraag: In welk schilderij zie je vooral natuurlijk kleurgebruik en in welk stuk juist onnatuurlijk kleurgebruik?

Klik op de hotspot om te tonen wat voor kleurgebruik Vincent in De oogst (1888) en in De zaaier (1888) vooral heeft gebruikt.

In het geval van deze twee voorbeelden valt erover te discussiëren wat precies natuurlijk en onnatuurlijk is.

Opdracht 3

 


- Zoek ook een voorbeeld van symbolisch kleurgebruik in het dagelijks leven.

- Zoek (op je mobiel) een voorbeeld van een kunstwerk met symbolisch kleurgebruik.


Slide 26 - Tekstslide

Vertel: Naast natuurlijk en onnatuurlijk kleurgebruik bestaat er ook symbolisch kleurgebruik. Hierbij hebben kleuren in een specifieke context betekenis. Bijvoorbeeld rood voor liefde of voor gevaar. Van Vincent zijn geen overtuigende voorbeelden van symbolisch kleurgebruik waarbij één kleur voor één specifiek symbool staat. In de kunstgeschiedenis zijn echter genoeg voorbeelden voorhanden.
SAMENVATTING

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleursoort:
Kleurverzadiging:
Kleurgebruik:
Kleurhelderheid:
Kleurcontrast:




  • primair, secundair en tertiair
  • zuiver/onzuiver                   

  • natuurlijk/ onnatuurlijk/ symbolisch
  • verhelderd/verdonkerd
  • licht-donker / warm-koud / complementair/ kleur-tegen kleur / kwaliteit



Slide 28 - Tekstslide

Loop eventueel het overzicht van de besproken begrippen nog eens door.
Oefenen

Slide 29 - Tekstslide

Op de volgende slides volgen een aantal oefeningen.

Welke kleurcontrasten gebruikte Vincent hier?
Vincent heeft hier 'warm-koud contrast' gebruikt: de blauwe lucht en het oranje veld. Er is ook een 'complementair kleurcontrast' te zien. En er is zelfs nog een beetje 'kwaliteitscontrast' in het koren te vinden.

Slide 30 - Tekstslide

Korenveld , juni 1888, Collectie P. and N. de Boer Foundation, Amsterdam
Welke kleursoorten gebruikte Vincent voor deze schedel?
Vincent gebruikte hier alle kleursoorten.
- Primair: rood en geel
- Secundair: groen
- Tertiair: bruin, mosgroen en oker

Slide 31 - Tekstslide

Schedel, 1887.
Heeft Vincent hier de meeste kleuren verhelderd of verdonkerd?
Hij verhelderde de meeste kleuren in dit schilderij.

Slide 32 - Tekstslide

Montmartre: molens en moestuinen, 1887
Maak een foto van dit schilderij en zet hem in zwart-wit. Wat valt je op aan de kleurintensiteit?
In zwart-wit zie je het verschil tussen 'verlichte' en 'verdonkerde' stukken nog duidelijker dan in kleur.

Slide 33 - Tekstslide

Klik op de hotspot voor de zwart-wit versie en een toelichting.
Wat voor gevoel geeft Korenveld met kraaien jou?




Wat voor gevoel geeft Korenveld met kraaien jou?

Slide 34 - Tekstslide

Vertel: zoals al eerder is genoemd kan het werk van Vincent ook gevoel oproepen. Veel mensen hebben bij 'Korenveld met kraaien' (1890) bijvoorbeeld een uitgesproken gevoel.
Opdracht 4

Geef Korenveld met kraaien een vrolijke sfeer door de kleuren te veranderen. Beschrijf ook wat je aan de kleursoort, -verzadiging, -helderheid, en het -contrast hebt veranderd en waarom.

Slide 35 - Tekstslide

Bespreek de oefening met de leerlingen en sluit de les af.