VBC Lezen - Bijeenkomst 1 GROEP C

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 Op welke manier heb je de e-mail met informatie over de cursus gelezen?
A
oriënterend
B
globaal
C
intensief
D
kritisch

Slide 9 - Quizvraag

Daarnaast ook: illustraties, cursief/vette tekst, schrijver en bron!
b=globaal lezen
a=intensief lezen
d=intensief lezen
2 Je wilt bepalen voor welk publiek de tekst geschreven is. Waar kun je dan op letten?
A
het onderwerp
B
de bron
C
het taalgebruik
D
de lay-out

Slide 10 - Quizvraag

onderwerp=tekst over eindexamen voor jongeren
inhoud=beginnende doe-het-zelver vs. beroepsinstallateur
bron=wetenschappelijk tijdschrift vs. privé
taalgebruik=korte zinnen weinig moeilijke woorden vs vaktaal
toon=formeel of informeel
lay-out=veel afbeelden kleuren
3 Welke schrijfdoelen ken je?

Slide 11 - Open vraag

informeren-betogen/overtuigen-beschouwen/opiniëren-uiteenzetten/informeren-amuseren-activeren
4 Welke tekstsoort past bij het schrijfdoel overtuigen?
A
betoog
B
beschouwing
C
uiteenzetting
D
reclamefolder

Slide 12 - Quizvraag

de hoofdredacteur, de samensteller van de krant geeft vaak in de krant commentaar op iets. Daarbij komt zijn/haar mening sterk naar voren. Recensie past bij beschouwing/reclamefolder bij activerende tekst/handleiding bij uiteenzetting.
Uit: Frank, H., Grezel, J. E., Kooiman, M., Steenbergen, W., & Zetstra, H. (2014). Nieuw Nederlands 4/5 havo (W. Steenbergen, Red.). Noordhoff Uitgevers Groningen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 Welke hoofdgedachte past het best bij de tekstsoort uiteenzetting?
A
Linssen jaagt meer op de bal, terwijl Dessers vaker op de goede plaats staat.
B
Koop nu een seizoenskaart voor Feyenoord!
C
Slot moet Dessers verkiezen als spits boven Linssen.
D
In de wedstrijd tegen Heracles Almelo koos Slot voor Dessers in de spits.

Slide 14 - Quizvraag

feitelijke, objectieve informatie
b=activeren
a=beschouwen
c=overtuigen
6 Welke tekststructuur past het best bij de tekstsoort beschouwing?
A
argumentenstructuur (IBAAC)
B
voor- en nadelenstructuur
C
probleem-oplossingsstructuur
D
verleden-, heden-, toekomststructuur

Slide 15 - Quizvraag

18.15 uur

c en d uiteenzetting a betoog en b beschouwing

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke doelen zijn behaald en welke doelen staan nog open?

Slide 19 - Open vraag

18.50

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies