NN6 H3 - Spelling H1 (1)

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Spelling H1: Trema, apostrof, accent en cedille 

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je trema's, apostrof, accenten en cedilles moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Afmaken De brug als je score geen 65% was
Huiswerk niet gemaakt? Maandagmiddag nakomen! 

Spelling H1: Trema, apostrof, accent en cedille 

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je trema's, apostrof, accenten en cedilles moet gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk H3F
Woensdag 2 november:
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 10



Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk H3E
Donderdag 3 november:
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 10




Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk H3G
Maandag 31  oktober:
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4,
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee

Woensdag 2 november
Spelling H1: opdr. 6 t/m 10
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee



Slide 6 - Tekstslide

Wat en waarom? 
Deze les leer je hoe je een trema, apostrof, accent en cedille kunt gebruiken. Met deze tekens kun je betere teksten schrijven. Daarnaast helpt het je om te weten hoe je een woord moet uitspreken.

Slide 7 - Tekstslide

Trema
  • om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: kopiëren (maar: gekopieerd), creëren, beëindigen
  • in sommige leenwoorden: fröbelen, conciërge

Let op: in samenstellingen geen trema, maar een koppelteken

Slide 8 - Tekstslide

met trema
zonder trema
coordinatie
officieel
officiele
poezie
patient
mecanicien
museum
dieet

Slide 9 - Sleepvraag

Apostrof
  • als weglatingsteken: 's nachts, 's morgens, Lars' scooter
  • om uitspraakproblemen te voorkomen bij: i(k) (h)ou (v)a(n) y(s)   baby's, Hanna's, accu's
  • in verkleinwoorden en meervouden van cijfer- en letterwoorden: A4'tje, pc's, dvd'tje
  • in verkleinwoorden op-y, voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje

Slide 10 - Tekstslide


De hoofdstad van Noord-Brabant is
s-Hertogenbosch
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag


Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje

Slide 12 - Quizvraag


Waar schrijf je een apostrof?
A
Tims vader
B
Lisas vader

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?
A
wcs
B
wc's

Slide 14 - Quizvraag

Accenten
  • accent aigu: logé, soirée, café
  • accent grave: barrière, crèche, fin de siècle
  • accent circonflexe: enquête, crêpe

om klemtoon aan te geven, accent aigu: dé manier om rijk te worden, een héél mooie auto

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

met accent
zonder accent
enquete
premiere
acne
defile
genant
sate
abonnee
creme

Slide 19 - Sleepvraag

ê
é
è
accent aigu 
accent grave
accent circonflexe

Slide 20 - Sleepvraag

Welk accent bevat dit woord?

blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 21 - Quizvraag

Welk accent bevat dit woord?

coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 22 - Quizvraag

Welk accent bevat dit woord?

frêle (fijngebouwd)
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 23 - Quizvraag

Cedille
  • het 'kronkeltje' onder de c: ç
  • zorgt ervoor dat de c als s klinkt voor een a, o of u: Curaçao, garçon
  • in alle andere gevallen klinkt de c als k: caravan, decor

Slide 24 - Tekstslide


Neem de zin over en plaats hoofdletters, accenttekens, trema’s, apostrofs en cedilles.
‘ik houd uberhaupt niet van sate’, zei de actrice voorafgaand aan de premiere, terwijl ze met een fohn haar haren in model bracht.

Slide 25 - Open vraag

Opdracht deze les
Maak de volgende opdrachten:
  • H1 Spelling: opdr. 1 t/m 4 en 6 t/m 10

Het eerste kwartier werk je zelfstandig (dus in stilte!). Daarna mag je zachtjes samenwerken met degene naast je. 

Klaar?
Lezen in je leesboek, vat de theorie samen.
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze les
Spelling H1: Trema, apostrof, accent en cedille 

Aan het eind van de les:
  • weet je wanneer je trema's, apostrof, accenten en cedilles moet gebruiken.

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk H3G
Maandag 31  oktober:
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4,
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee

Woensdag 2 november
Spelling H1: opdr. 6 t/m 10
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee



Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk H3E
Donderdag 3 november:
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 10




Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk H3F
Woensdag 2 november:
Leesboek mee
Nieuw Nederlands + schrift mee
Spelling H1: opdr. 1 t/m 4, 6 t/m 10



Slide 30 - Tekstslide