U5 les 5 - 17 mai NOG TE DOEN

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Vendredi 17 mai
Le programme pour aujourd'hui :

- Jij kunt nieuwe woorden rond shopping begrijpen;
- Jij kunt de vorm en de plek van een bijvoeglijk naamwoord aanpassen.

Slide 2 - Tekstslide

Tu as fait les devoirs ?
Ben je klaar met de opdrachten die wij in de klas hebben gedaan? =

Ouvre ton livre page 25.
Lis la grammaire et fais les exercices pages 25, 26, 27 et 28.

+ online opdrachten (Regarder)

Slide 3 - Tekstslide

Objectif numéro 1
Jij kunt nieuwe woorden rond shopping begrijpen.

Slide 4 - Tekstslide

Cher ou pas cher ?
  • Un ticket pour le concert de Taylor Swift, c'est...
cher ou pas cher ?
  • Un ticket pour le concert de Taylor Swift, c'est cher !
  • Un croissant au Lidl, c'est... cher ou pas cher ?
  • Un croissant au Lidl, ce n'est pas cher !
  • Qu'est-ce que c'est, "cher", en néerlandais ?
  • cher = duur

Slide 5 - Tekstslide

Ca coûte 0 euro, alors c'est :
A
cher
B
rapide
C
chic
D
gratuit

Slide 6 - Quizvraag

Une robe qui coûte 200 euros, c'est :
A
gratuit
B
élégant
C
court
D
cher

Slide 7 - Quizvraag

Mettre / enlever
Tout le monde dit :
  •  Je mets le manteau 
  • J'enlève le manteau
  • Je mets le chapeau
  • J'enlève le chapeau
  • je mets = hele werkwoord = mettre
  • j'enlève = hele werkwoord = enlever

Slide 8 - Tekstslide

Acheter sur Internet ?
  • Tu peux acheter des vêtements dans un magasin (H&M, Zara, Mango, etc) ou sur internet.
  • Qui achète / commande des vêtements sur internet ?

Slide 9 - Tekstslide

Sur internet, tu peux .... des vêtements
A
renvoyer
B
mettre
C
commander
D
s'habiller

Slide 10 - Quizvraag

Acheter sur internet ? Et après ?
  • Etape 1 : tu commandes sur  https://www.c-and-a.com/nl/nl/shop;
  • Etape 2 : les vêtements arrivent à la maison;
  • Etape 3 : tu essayes les vêtements : tu aimes bien ? Tu n'aimes pas ?
  • Etape 4 : tu n'aimes pas le pantalon noir ! Tu renvoies le pantalon noir par la poste. 

Slide 11 - Tekstslide

Dans un magasin, tu peux ... des vêtements
A
commander
B
essayer
C
renvoyer
D
venir

Slide 12 - Quizvraag

Objectif numéro 2
Jij kunt de vorm en de plek van een bijvoeglijk naamwoord aanpassen :

Correction des exercices pages 25, 26, 27 et 28.

Slide 13 - Tekstslide

Correction des exercices pages 25, 26 et 27
  • 16A, 1/ petit
  • sérieux
  • blanc
  • difficiles
  • nouvelles
  • grandes
  • 16A, 2/ Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Tekstslide

Correction des exercices pages 25, 26 et 27
  • 16B, 1/ "bleu" wordt "bleue" als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is; 
  • "bleu" wordt "bleus" als het zelfstandig naamwoord mannelijk en meervoud is;
  • "bleu" wordt "bleues" als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk en meervoud is; 
  • 16B, 2/ zie antwoord 16B, 1

Slide 15 - Tekstslide

Correction des exercices pages 25, 26 et 27
  • 16B, 3a/ e
  • 16B, 3b/ s
  • 16B, 3c, es
  • 16B, 4/ Het bijvoelijk naamwoord gaat achter het zelfstandig naamwoord 
  • 16C, 1a/ un jean bleu (m. e.)
  • 16C, 1b/ des chaussures noires (v. m.)

Slide 16 - Tekstslide

Correction des exercices pages 25, 26 et 27
  • 16C, 1c/ ils sont sportifs (m. m.)
  • 16C, 1d/ une prof stricte (v. e.)
  • 16C, 2a/ une jolie chambre (zie uitzonderingen)
  • 16C, 2b/ une interro difficile
  • 16C, 2c/ mes chaussures grises
  • 16C, 2d/ un beau tee-shirt (zie uitzonderingen)

Slide 17 - Tekstslide

Correction des exercices pages 25, 26 et 27
  • 16D, A
  • 1/ un sac à dos blanc
  • 2/ ils sont gentils
  • 3/ ma petite soeur
  • 4/ deux pulls chers
  • 5/ des talons hauts
  • 6/ une bonne tarte aux pommes

Slide 18 - Tekstslide

Correction des exercices pages 25, 26 et 27
  • 16D, A
  • 7/ mes cousines néerlandaises
  • 8/ ce film horrible
  • 16D, B
  • 1/ une jupe orange
  • 2/ un grand frère
  • 3/ trois voitures vertes

Slide 19 - Tekstslide

Correction des exercices pages 25, 26 et 27
16D, B
  • 4/ ma chemise rouge
  • 5/ une vieille maison (zie uitzondering van vorm en plek)
  • 6/ un prof strict
  • 7/ tes vêtements sympas
  • 8/ des parents sportifs

Slide 20 - Tekstslide

Exercice 16E, page 28. Schrijf een zin.

Slide 21 - Open vraag

Exercice 16E, page 28. Schrijf een andere zin.

Slide 22 - Open vraag

Lesdoelen behaald?
- Jij kunt nieuwe woorden rond shopping begrijpen;
- Jij kunt de vorm en de plek van een bijvoeglijk naamwoord aanpassen.

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll