1BK 2.3 en 2.4 De Microscoop

Thema 2: Organen en cellen
Basisstof 3 en 4: De microscoop
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 2: Organen en cellen
Basisstof 3 en 4: De microscoop

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhalen
Lesdoelen bespreken
Aan de slag met de microscoop



Slide 2 - Tekstslide

Welke organen ken je?

Slide 3 - Woordweb

Een groep organen die samen een taak uitvoeren is een..
A
Cel
B
Weefsel
C
Orgaan
D
Organenstelsel

Slide 4 - Quizvraag

Een deel van het lichaam met een bepaalde taak is een..
A
Cel
B
Weefsel
C
Orgaan
D
Orgaanstelsel

Slide 5 - Quizvraag

Opdracht:
Sleep de organen naar de juiste plek in de torso.

Slide 6 - Sleepvraag

Hoe heet het organenstelsel waarmee je ademhaalt?

Slide 7 - Open vraag

2
4
3
5
6
Longen
lever
Dikke darm
Hart
Maag

Slide 8 - Sleepvraag

sleep de naam naar de juiste plek.
Luchtpijp
Bronchie
Long

Slide 9 - Sleepvraag

Blad
Bloem
Stengel
Wortel

Slide 10 - Sleepvraag

R2
Bouw van de wortel. Sleep de juiste naam naar het onderdeel. 
wortelharen
hoofdwortel
zijwortel

Slide 11 - Sleepvraag

Wortels
Stengel
Blad

Slide 12 - Sleepvraag

Wortel
Wortelstelsel
Wortelharen
Stengel
Vaten
Vaatbundels
zitten aan de uiteinden van de zijwortels
Buisjes in planten om water en voedingsstoffen te vervoeren
Het deel van de plant onder de grond
Alle wortels van een plant samen
Een groepje vaten
Deel van de plant tussen de wortels en de bladeren

Slide 13 - Sleepvraag

Bouw van een Blad
Bladschijf
Zijnerf
Bladmoes
Bladsteel
Hoofdnerf

Slide 14 - Sleepvraag

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kan je...

  1. Je kent tenminste 5 onderdelen van de microscoop en hun functie.
  2. Je kunt de vergroting van de microscoop uitrekenen.
  3. Je kunt uitleggen wat een preparaat is.

Slide 15 - Tekstslide

Onderdelen: 
  • tubus 
  • revolver
  • objectief
  • klemmen
  • diafragma
  • lampje
  • oculair
  • statief
  • tafel
  • grote en kleine schroef

Slide 16 - Tekstslide

Microscoop 
Op school kunnen we:
40 x vergroten,
100 x vergroten of 
400 x vergroten. 

Slide 17 - Tekstslide

Vergroting berekenen
Oculair X Objectief

Voorbeeld: Oculair = 10x, Objectief = 40x
Hoeveel is de vergroting?

Slide 18 - Tekstslide

Waarmee stel je de microscoop scherp
A
Eerst met de kleine schroef en dan met de grote schroef
B
Alleen met de grote schroef
C
Alleen met de kleine schroef
D
Eerste met de grote schroef en dan met de kleine schroef

Slide 19 - Quizvraag

Jasmijn kijkt door haar microscoop. Haar oculair vergroot 10x en haar objectief 4x. Hoe vaak is haar beeld vergroot?
A
4x
B
10x
C
40x
D
400x

Slide 20 - Quizvraag

Wat doe je met een objectglas?
A
Daar haal je een voorwerp van af om te bekijken.
B
Daar leg je het voorwerp op wat je wilt gaan bekijken.
C
Het objectglas is het gaatje in de tafel van de microscoop.
D
Het objectglas leg je over het voorwerp heen.

Slide 21 - Quizvraag

Waarvoor dient het oculair van een microscoop?
A
Hier vergroot je het preparaat
B
Hiermee stel je scherp
C
Hier pak je de microscoop vast
D
Hiermee regel je de hoeveelheid licht

Slide 22 - Quizvraag

Met welk onderdeel kunnen we licht regelen bij microscoop?
A
objectief
B
grote schroef
C
diafragma
D
revolver

Slide 23 - Quizvraag

Met welk onderdeel van de microscoop draai je een ander objectief met een grotere vergroting voor?
A
Oculair
B
Revolver
C
Tubus
D
Tafel

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet het voorwerp wat je onder de microscoop gaat bekijken?
A
Het preparaat
B
Het dekglas
C
Het voorwerp glas
D
Een blad

Slide 25 - Quizvraag