Examenvragen_3

Deze bron past bij de Renaissance. Toon dit aan met een verwijzing naar een kenmerkend aspect van die tijd.
1 / 23
volgende
Slide 1: Open vraag
Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Deze bron past bij de Renaissance. Toon dit aan met een verwijzing naar een kenmerkend aspect van die tijd.

Slide 1 - Open vraag

Combineer drie fragmenten A, B en C met de onderstaande begrippen:
1 de Rijksdag in Worms
2 de Raad van State
3 de Bloedplakkaten.

Slide 2 - Open vraag

Deze fragmenten kunnen in verband worden gebracht met het streven
naar centralisatie van Karel V.
Toon dit aan voor fragment A en voor fragment C.

Slide 3 - Open vraag

Op 31 maart 1579 werden de nonnen van het Sint-Luciënklooster in Amsterdam gedwongen hun klooster met alle bijbehorende bezittingen
over te dragen aan de regenten van het Burgerweeshuis. Leg uit wat het verband was tussen deze gebeurtenis en de Alteratie van Amsterdam.

Slide 4 - Open vraag

Bij deze bron worden twee uitspraken gedaan:
Het standpunt van Willem van Oranje over Filips II in het pamflet
1 is een ander standpunt over de rol van Filips II dan in de eerste jaren van de Opstand;
2 is een voorbereiding op het Plakkaat van Verlatinge.
Ondersteun elke uitspraak met de bron.

Slide 5 - Open vraag

De Staten-Generaal besloten om het pamflet van Willem van Oranje te laten drukken en verspreiden. Noem twee politieke motieven voor dit besluit van de Staten-Generaal.

Slide 6 - Open vraag

Deze bron illustreert twee kenmerkende aspecten van de zeventiende eeuw.
Noem die twee aspecten en geef bij elk aspect aan waardoor dit uit de bron blijkt.

Slide 7 - Open vraag

Veel buitenlandse bezoekers van de Republiek verbaasden zich erover dat op de schilderijen van de Hollandse meesters vooral burgers werden geportretteerd. Geef voor deze verbazing een verklaring vanuit de bijzondere politieke structuur van de Republiek in vergelijking met het buitenland.

Slide 8 - Open vraag

Breng de informatie uit deze bron in verband met de volgende ontwikkelingen in de negentiende eeuw:
1 de Industriële Revolutie en
2 het ontstaan van discussies over de sociale kwestie.

Slide 9 - Open vraag

1 de Alliantiepolitiek van Bismarck
2 de Weltpolitik van Wilhelm II
3 het Duits nationalisme voor de Eerste Wereldoorlog.
Beredeneer voor elke ontwikkeling of deze prentbriefkaart erbij past.

Slide 10 - Open vraag

Deze fragmenten zijn afkomstig uit de verkiezingsprogramma's van een rooms-katholieke, een liberale en een socialistische partij.
Toon bij elk fragment aan bij welke politieke stroming dit fragment past.

Slide 11 - Open vraag

Deze drie politieke partijen willen allemaal een nieuwe wereldoorlog voorkomen. Noem de gemeenschappelijke oplossing die deze partijen geven en geef daarmee aan welke oorzaak zij zien voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 12 - Open vraag

De Eerste Wereldoorlog wordt wel de eerste totale oorlog genoemd.
Leg met een voorbeeld uit de Eerste Wereldoorlog uit, wat dit betekende voor de Duitse burgerbevolking.

Slide 13 - Open vraag

1 het Vredesverdrag van Versailles
2 de Beurskrach
3 de politieke verdeeldheid in de Republiek van Weimar.
Geef bij elk van deze drie factoren aan, waardoor deze tot onvrede leidde in Duitsland jaren '30, en wat de NSDAP daartegenover stelde om meer aanhang te verwerven.

Slide 14 - Open vraag

1. Geef aan welk verband er bestaat tussen de ingebruikname van Dachau en deze prent en
2. Leg uit welke mening over het Hitlerbewind Jordaan (de maker van de prent) in deze prent weergeeft.

Slide 15 - Open vraag

Het optreden van de Duitse bezetters in Noord- en West-Europa verschilde sterk van hun optreden in Oost-Europa.
Geef daarvoor de verklaring vanuit de nazi-ideologie.

Slide 16 - Open vraag

Zet deze gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde, van
vroeger naar later. Noteer alleen de nummers.

Slide 17 - Open vraag

In 1947 kwamen de Verenigde Staten met het Marshallplan voor de
wederopbouw van Europa.
Geef aan waardoor het Marshallplan:
− enerzijds bijdroeg aan de deling van Europa en
− anderzijds bijdroeg aan de eenwording van West-Europa.

Slide 18 - Open vraag

1 De Sovjet-Unie is verantwoordelijk voor het oplopen van de spanning vanaf 1945.
2 De Verenigde Staten zijn verantwoordelijk voor het oplopen van de spanning vanaf 1945.
De bron hiernaast kan gebruikt worden om beide standpunten te ondersteunen. Ondersteun beide standpunten, telkens met een argument uit de bron.

Slide 19 - Open vraag

− welke historische tegenstelling laat de tekenaar laat zien?
− welke mening over de West-Duitse toetreding tot de NAVO in de prent
wordt weergegeven?

Slide 20 - Open vraag


Slide 21 - Open vraag

In dit fragment beschrijft de journaliste een verandering in die tijd.
Leg uit dat deze verandering past bij een kenmerkend aspect van de twintigste eeuw.

Slide 22 - Open vraag

Bij het leren/voorbereiden voor toetsen en het examen heb ik afgelopen schooljaar vooral gebruik gemaakt van:
A
Lessonup
B
Boek
C
Combinatie boek/lessonup/gs-app
D
Gs-app

Slide 23 - Quizvraag