In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Kijk en luister naar fragment 1. De presentatrice doet de aanname dat het moeilijker was om boeven op te sporen in het pre-internettijdperk. Hoe reageert Beatrice de Graaf hierop?
A
Ze bevestigt de aanname van de presentatrice.
B
Ze spreekt de aanname van de presentatrice tegen.
C
Ze zwakt de aanname van de presentatrice af.
Slide 7 - Quizvraag
Kijk en luister naar fragment 1. Beatrice de Graaf vertelt dat criminelen vroeger gebrandmerkt werden, waarop de presentatrice zegt: 'Oh, handig, ja.' Welke toon hanteert de presentatrice hier?
A
geschokt
B
sarcastisch
C
verontwaardigd
D
waarderend
Slide 8 - Quizvraag
Kijk en luister naar fragment 2. Beatrice de Graaf vertelt over de grootschalige demonstraties in Nederland in de jaren 70 en 80. Waar waren de demonstraties tegen gericht?
A
tegen het boek 1984 van George Orwell
B
tegen het communisme van de Stasi in Duitsland
C
tegen misbruik van persoonsregistratie
D
tegen uitbreiding van persoonsregistratie door de overheid
Slide 9 - Quizvraag
Kijk en luister naar fragment 3. Beatrice de Graaf gebruikt het beeld van een naald in allemaal hooibergen. Wat wil ze hiermee duidelijk maken?
A
Dat een fout in iemands gegevens moeilijk recht te zetten is.
B
Dat er zo veel gegevens zijn dat het lastig is om de bruikbare informatie te vinden.
C
Dat het werk van hackers niet opvalt in het huidige systeem.
Slide 10 - Quizvraag
Kijk en luister naar fragment 4. Wat toont het fragment uit de film Zero Dark Thirty aan volgens Beatrice de Graaf?
A
Dat er menselijke eigenschappen nodig zijn om terroristen op te sporen.
B
Dat terroristische dreiging voorspeld kan worden aan de hand van technologie.
C
Dat vrouwen achtergesteld worden in teams die terroristen opsporen.
Slide 11 - Quizvraag
Kijk en luister naar fragment 4. Wat is de functie van de zaak Ron Kowsoleaa in de reactie van Beatrice de Graaf?
A
Het is een argument
B
Het is een voorbeeld.
C
Het is een weerlegging.
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Geef antwoord op de volgende vraag over het hele fragment. Wat is het doel van dit fragment?
A
De kijker ervan overtuigen dat het huidige veiligheidsbeleid door persoonsregistratie en persoonsherkenning beter is dan vroeger.
B
De kijker uitleggen wat de rol is van persoonsregistratie en persoonsherkenning gij opsporing van criminelen is.
C
De kijker waarschuwen voor de gevolgen van persoonsregistratie en persoonsherkenning.