medische bijsluiters

medische bijsluiters
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

medische bijsluiters

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een bijsluiter staan belangrijke dingen die je moet weten over het medicijn. Bijvoorbeeld:

-waarvoor het medicijn bedoeld is;
-hoe je het medicijn gebruikt;
-wanneer je het medicijn niet mag gebruiken;
-wanneer je voorzichtig moet zijn met het medicijn;
-welke bijwerkingen er mogelijk zijn;
-welke stoffen er in het medicijn zitten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende bijsluiters

-Het ene medicijn een andere vorm heeft dan het andere medicijn.
-Je een andere hoeveelheid van het medicijn moet innemen.
-De verpakking van het medicijn anders is.
-Je het medicijn op een andere manier moet bewaren.
-Het CBG nieuwe kennis heeft over het medicijn. Bij het ene medicijn staat het al in de bijsluiter. Maar bij het andere medicijn nog niet.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziekte of klacht staat niet in de bijsluiter. Hoe kan dat?
 Soms komt dit door het octrooi voor het medicijn voor je ziekte of klacht. De fabrikant van het merkmedicijn mag een klacht of ziekte dan wel noemen. Maar een fabrikant van hetzelfde merkloze medicijn mag de klacht of ziekte niet noemen in de bijsluiter. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijsluiter kwijt?
 Je kunt bijsluiters van medicijnen online opzoeken. Ga naar de CBG Geneesmiddeleninformatiebank. Zoek op de stofnaam van het medicijn. In de Geneesmiddeleninformatiebank zijn namelijk bijsluiters te vinden van alle medicijnen die in Nederland een handelsvergunning hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medische woordenschat

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet/kun je:
  • de betekenis van enkele medische woorden herkennen of opzoeken;
  • uitleggen welke informatie je in een bijsluiter bij een medicijn kunt vinden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watte?
“Jouw nierfunctie is niet helemaal goed”, zegt de huisarts, nadat hij jou heeft onderzocht.
“Dit past bij de symptomen dat je heel veel dorst hebt.
Ik zal je een recept voorschrijven om het nierfalen op te lossen”.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet wat iets betekent?
Er zijn een aantal manieren om achter de betekenis te komen.

  • Vraag je arts om meer uitleg.
  • Lees de bijsluiter die bij je medicijnen zit.
  • Zoek informatie op een betrouwbare gezondheidssite
    (bijvoorbeeld www.gezondheidsplein.nl). 
  • Bel naar de huisartsenpraktijk en vraag de assistente om meer uitleg.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

moeilijke woorden in bijsluiters
Heb je geen idee wat 'orodispergeerbaar' betekent? Dan ben je niet de enige. Het is het meest gezochte woord in het Online Bijsluiterwoordenboek.


De top 5 moeilijke woorden bestaat uit:

  1. orodispergeerbaar (niet oplosbaar),
  2. dispergeerbaar (oplosbaar),
  3. keratolytisch effect (ontschilferend, verweekt de hoornhuid),
  4. vochtretentie (het vasthouden van vocht),
  5. antiflogistica (ontstekingsremmers).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboek voor bijsluiters

Zoek de betekenis op van de volgende woorden:
Oedeem
Syfilis
Cholinesterase
Furosemide

Slide 11 - Tekstslide

Deel dit scherm met je leerlingen
Lees de bijsluiter
Het is belangrijk dat je een bijsluiter goed leest.
Het kan namelijk zo zijn, dat een bepaald medicijn slecht samengaat met een ander medicijn.
Dit staat duidelijk in de bijsluiter vermeld.

Slide 12 - Tekstslide

Deel dit scherm met je leerlingen