Quiz over alles

Hoe heet
dit apparaat?
A
Topsterktemeter
B
Autorefractometer
C
Foropter
D
Pupilmeter
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnOptiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe heet
dit apparaat?
A
Topsterktemeter
B
Autorefractometer
C
Foropter
D
Pupilmeter

Slide 1 - Quizvraag

Wat meet je met een autorefractometer?
A
De globale sterkte
B
De oogdruk
C
De hoornvliesafstand
D
De pupilafstand

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel metingen doe je per oog met de autorefractometer?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Wat is brekingsindex?
A
De sterkte van het glas
B
De breukgevoeligheid
C
Type multifocaal glas
D
Geeft de mate van breking van een lichtstraal aan

Slide 4 - Quizvraag

Wat is chromatische aberratie?
A
Vertekening
B
Kleurschifting
C
Verschil in sterkte tussen rechts en links
D
Getal van Abbe

Slide 5 - Quizvraag

Met welk getal geef je de mate van kleurschifting aan?
A
Getal van Abbe
B
Getal van Abbo
C
Getal van Abbi
D
Getal van Abba

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor (licht)doorlaatbaarheid?
A
Absorptie
B
Reflectie
C
Transmissie

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de beste methode om een kunststof montuur repareren?

A
Soldering
B
Acetonlas
C
Lijm
D
Plakband

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet dit
apparaat?
A
Foropter
B
Tonometer
C
Autorefractometer
D
Topsterktemeter

Slide 9 - Quizvraag

Welk type glas is dit?
A
Enkelvoudig
B
Bifocaal
C
Multifocaal
D
Trifocaal

Slide 10 - Quizvraag

Welk vorm gezicht heeft deze persoon?
A
Rond
B
Vierkant
C
Diamant
D
Lang

Slide 11 - Quizvraag

Welk vorm gezicht heeft deze persoon?
A
Ovaal
B
Vierkant
C
Rond
D
Hart

Slide 12 - Quizvraag

Hoe kan je een glas dunner en lichter maken?
A
Hogere brekingsindex
B
Asferische glazen
C
Kleinere diameter
D
Alle antwoorden

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet dit glas?
A
Dik glas
B
Lenticulair glas
C
Chromatisch glas
D
Asferisch glas

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer kies je bifocale glazen?
A
Als je oud bent
B
Als je boven de 40 jaar bent
C
Als je leesproblemen hebt

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet dit bifocale glas?
A
C28
B
S28
C
R28

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet dit
bifocale glas?
A
C25
B
S25
C
R25

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent segmenthoogte?
A
De hoogte van het leesdeel
B
De hoogte van het optisch centrum
C
De pupilhoogte
D
De hoogte van het montuur

Slide 18 - Quizvraag

Bij astigmatisme obliques is de min-as van de cilindercorrectie te vinden . . .
A
rond de 45 of 135 graden
B
rond de 180 graden
C
rond de 90 graden

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer een emmetroop 3 dpt accommodeert, ziet hij scherp op ...
A
33.33 cm achter het oog
B
33.33 cm voor het oog

Slide 20 - Quizvraag

Het Punctum Remotum (vertepunt) ligt op 10 cm voor het oog. Er is sprake van . . .
A
Myopie
B
Hypermetropie

Slide 21 - Quizvraag