Ordening dieren

Thema 3: Ordening
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 3: Ordening

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Kennismaken
- Waar zijn we?
- Herhalen/nakijken
- Uitleg 3.4 Dieren
- Afronden

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
3.4.1 Je kunt dieren indelen door te kijken naar het skelet.

3.4.2 Je kunt dieren indelen in sponsdieren (sponzen), neteldieren (holtedieren), wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen en gewervelden.

Slide 3 - Tekstslide

De vier rijken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bacterie

Slide 6 - Tekstslide

Schimmel

Slide 7 - Tekstslide

Plant

Slide 8 - Tekstslide

Dier

Slide 9 - Tekstslide

Overzicht

Slide 10 - Tekstslide

Dezelfde soort?

Slide 11 - Tekstslide

Dezelfde soort?

Slide 12 - Tekstslide

Dezelfde soort als:
twee individuen voort kunnen planten en hun nakomelingen ook voort kunnen planten

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt benoemen op welke kenmerken het dierenrijk verder wordt ingedeeld

Je kunt voorbeelden noemen van die kenmerken

Je kunt dieren zelf indelen in de nieuwe groepen

Slide 14 - Tekstslide

Indeling dierenrijk

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken waar de eerste selectie op plaats vindt



Skelet

Slide 16 - Tekstslide

Geen skelet

Slide 17 - Tekstslide

Uitwendig skelet

Slide 18 - Tekstslide

Inwendig skelet

Slide 19 - Tekstslide

Acht stammen

Slide 20 - Tekstslide

Extra oefening

Slide 21 - Tekstslide



Geleedpotigen en gewervelden

Slide 22 - Tekstslide

Geleedpotigen
Poten bestaan uit leden: 1 stuk is 1 lid

Het lichaam bestaat uit segmenten

Slide 23 - Tekstslide

Geleedpotigen

Slide 24 - Tekstslide

Gewervelden

Slide 25 - Tekstslide

Indeling
Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op 5 kenmerken;
De huid,
De lichaamstemperatuur,
De ademhalingsorganen,
De manier van voortplanten,
Het milieu.

Slide 26 - Tekstslide

De huid
De huid van een dier kan bedenkt zijn met schubben, haren, slijm of veren.

Slide 27 - Tekstslide

Lichaams-temperatuur

Een dier kan warmbloedig of koudbloedig zijn.

Slide 28 - Tekstslide

De ademhalingsorganen
Een dier kan ademhalen met de huid, met longen of met kieuwen.

Slide 29 - Tekstslide

Voortplanting
Een dier kan zich voortplanten met of zonder eieren. Dieren die zich voortplanten zonder eieren noem je levendbarend.

Er zijn 4 manieren van voortplanting.

Slide 30 - Tekstslide

Eieren zonder schaal
Eieren zonder schaal
Eieren met een kalkschaal
Eieren met een leerachtige schaal
Levenbarend

Slide 31 - Tekstslide

Het milieu
Een dier kan op het land, in het water of in de lucht leven.

Slide 32 - Tekstslide

Vissen

Slide 33 - Tekstslide

Amfibieen

Slide 34 - Tekstslide

Reptielen

Slide 35 - Tekstslide

Vogels

Slide 36 - Tekstslide

Zoogdieren

Slide 37 - Tekstslide

Zoogdieren in het water

Slide 38 - Tekstslide

Antwoorden opd 22
1 = sponzen
2=wormen
3=geleedpotigen
4=gewervelden
5=duizendpoten
6=insecten
7=vissen
8=reptielen
9=zoogdieren

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide