B3: de lever 22-23

Basisstof 3: De lever
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 3: De lever

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven en je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever (homeostase)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies
van de lever?

Slide 3 - Woordweb

opslagplaats voor  energie
gal maken
Bloedeiwitten maken
giftige stoffen opruimen

De lever is de grootste en zwaarste in je lichaam. zonder lever kan je niet leven.
De lever bewerkt voedingstoffen en maakt ze bruikbaar voor de lichaamcellen.
De bouw van de lever
Een leverlobje is zeshoekig en 1 mm in doorsnee.

Op de hoekpunten van het leverlobje zitten aftakkingen van de leverslagader en de poortader (en de aftakkingen van de galgang).

In het midden zit de aftakking van de leverader

Bouw: Binas 82D

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Functies van de lever
  • Gal - galblaas - twaalfcingerige darm
  • rode bloedcellen - bilirubine (galwegen)+ ijzer (ferritine - opslag)
  • opslag - vitaminen, mineralen en glycogeen - bloedsuikerspiegel
  • eiwitstofwisseling - transaminering - overbodige AZ - desaminering (ammoniak - ureum)
  • lipidenstofwisseling - cholesterolconcentratie - galzure zouten/steroidhormonen/vit D
  • stollingsfactoren - fibronigeen en protrombine
  • detoxificatie - onwerkzaam (alcohol) of opslag (kwik) - levercirrose - vetopslag

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever functies
Huid

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever&Galblaas
De lever produceert gal (0,5L per dag). 
Gal wordt opgeslagen in de galblaas.
Bevat bilirubine, galzuur, cholesterol en water

Gal maakt grote vetdruppels kleiner > emulgeren
Dit is dus niet verteren!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraatstofwisseling
Eiwitstofwisseling

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitstofwisseling
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren 
-> transaminering




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitstofwisseling
Deaminering: stikstofgroep wordt verwijderd -> ureum wordt gevormd.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitstofwisseling
9 van de 20 aminozuren zijn níet door de lever te maken: essentiële aminozuren.
Overtollige aminozuren worden door de lever afgebroken (er is geen ‘voorraad’). 

De lever produceert verschillende plasma-eiwitten.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poortader
  • Bloedvaten van de
    darmwand naar de lever.
  • Vervoert voedingsstoffen naar de lever.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De lever zorgt NIET voor:
A
Het filteren van het bloed
B
het maken van nieuwe eiwitten van aminozuren
C
Het afbreken van alcohol en medicijnen
D
Het afvoeren van bilirubine van versleten bloedcellen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt transaminering in?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof kan NIET opgeslagen worden in de lever?
A
Vitamine D
B
glycogeen
C
bilirubine
D
ferritine

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welke bloedvaten ontvangt de lever bloed?
En welke 'uitgangen' heeft de lever?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke afvalstof wordt geproduceerd bij de desaminering van aminozuren?
A
cholesterol
B
ammoniak
C
ureum
D
koolstofdioxide

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze delen van het verteringsstelsel komen verteringssappen bij de voedselbrij:
A
mond, slokdarm, maag
B
12-vingerige darm, dunne darm, dikke darm
C
mond, dunne darm, endeldarm
D
mond, maag, dunne darm

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk enzym heeft dezelfde optimumtemperatuur als de enzymen in jouw darmen?
A
enzym A
B
enzym B

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lipase is een enzym. Wat is het substraat bij dit enzym?
A
vetten
B
gal
C
geëmulgeerde vetten
D
monoglyceriden, glycerol en vetzuren

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De alvleesklier is een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de lever teveel alcohol te verwerken krijgt, is er een grote kans op een leverbeschadiging. Welk proces in het darmkanaal kan minder goed verlopen als gevolg van een leverbeschadiging?
A
De darmperistaltiek.
B
De vertering van eiwitten.
C
De vertering van koolhydraten.
D
De vertering van de vetten.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij langdurig overmatig alcoholgebruik neemt de lever in omvang toe. De leverfunctie neemt echter steeds verder af. Een van de symptomen bij een falende lever is een gelige huidskleur.

Welke van de volgende falende leverfuncties is een verklaring voor het ontstaan van deze gele kleur?
A
De lever kan minder afvalstoffen via de gal verwijderen.
B
De lever kan minder alcohol afbreken.
C
De lever kan minder aminozuren afbreken.
D
De lever kan minder glycogeen opslaan.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de leerdoelen van basisstof 3 onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je lastig/moeilijk?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies