BK2 writing formal vs informal

Year 2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Year 2

Slide 1 - Tekstslide

Woordvolgorde
WIE - persoon, dier of ding
DOET - de werkwoorden
WAT - antwoord op 'wat doet wie?'
WAAR - locatie
 WANNEER - tijdaanduiding

Check de video voor uitleg                   

Slide 2 - Tekstslide

Een standaard Engelse zin kan uit
5 onderdelen bestaan. 
Zet deze in de juiste volgorde:
Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer

Slide 3 - Sleepvraag

Hoofdletters en leestekens
Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin
  • Alle soorten namen
  • I (ik)
  • Feestdagen
  • Dagen en maanden
  • Seizoenen
Punt
  • Einde van de zin
  • Afkortingen
Komma
  • Twee zinnen aan elkaar plakken
  • Na de groet
Vraagteken
  • Aan het einde van een vraag
Apostrof
  • Samenvoeging
    bijv.: he is = he's
    did not = didn't

Slide 4 - Tekstslide

Welk woord schrijf je met hoofdletter en welke niet?
WEL 
hoofdletter
GEEN
hoofdletter
apple
i
monday
weekend
month
easter
may
company

Slide 5 - Sleepvraag

Informal writing
Naar iemand die je kent
Bestaat uit:
  1. Groet
  2. Waarom je schrijft
  3. Wat je wil zeggen
  4. Afsluitzin
  5. Groet

Slide 6 - Tekstslide

Groet
Hey (name),
Hi (name),
Hello (name),
Dear (name),


Vergeet de comma niet!

Slide 7 - Tekstslide

Waarom je schrijft
Uit jezelf:
I am writing you because....
I want to ask you someting...

Reactie op iemand:
I read your email...
Thank you for you mail.....

Slide 8 - Tekstslide

Wat je wil zeggen
Staat precies in de opdracht! Bijvoorbeeld:

-vertel wie je bent
-vertel dat je het leuk zou vinden om te komen
-vertel dat je taart meeneemt
-zeg dat je haar morgen ziet

Slide 9 - Tekstslide

Afsluitzin

I hope to hear from you soon!
I will see you there.
I can't wait!


Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Bye,
(your name)
Kind regards,
(your name)
Greetings,
(your name)
Vergeet ook hier de komma niet!



Slide 11 - Tekstslide

FORMAL writing
Naar iemand die je kent
Bestaat uit:
  1. Groet
  2. Waarom je schrijft
  3. Wat je wil zeggen
  4. Afsluitzin
  5. Groet

Slide 12 - Tekstslide

Groet
Als je de naam kent:
Dear Mr/Mrs (achternaam), 

Als je de naam niet kent:
Dear Sir/Madam, 

Vergeet de comma niet!

Slide 13 - Tekstslide

Waarom je schrijft
Uit jezelf:
I am writing you because....
I want to ask you someting...

Reactie op iemand:
I read your email...
Thank you for you mail.....

Slide 14 - Tekstslide

Wat je wil zeggen
Staat precies in de opdracht! Bijvoorbeeld:

-vertel wie je bent
-vertel dat je het leuk zou vinden om te komen
-vertel dat je taart meeneemt
-zeg dat je haar morgen ziet

Slide 15 - Tekstslide

Afsluitzin

I hope to hear from you soon.
I look forward to your response.



Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
Yours faithfully,
(je naam)
Yours sincerely,
(je naam)

Vergeet ook hier de comma niet!



Slide 17 - Tekstslide

Try it out
Een email naar je baas
Een kaartje voor een zieke vriend
Een klacht naar een hotel
Een sollicitatiebrief
Een chat berichtje

Slide 18 - Tekstslide

LearnBeat opdrachten proberen

Lees goed wat er gevraagd wordt en vul het antwoord in die jij denkt dat het beste past. 

Slide 19 - Tekstslide