Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2E - 6-11-2023 - Unit 3 - les 26
Engels
Welcome 2E
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Engels
Welcome 2E
Slide 1 - Tekstslide
Unit 3 - Money
Lesson 26
- Lesson Goals
- Vocabulary practise
- Reading + practise
- Homework
Slide 2 - Tekstslide
Goals
Je weet hoe en wanneer je to be going to in het Engels moet gebruiken en je kunt dit toepassen in een zin.
Je kunt woorden gebruiken in de correcte zin.
Slide 3 - Tekstslide
Unit 3 - Money
Check exercises 6, 7 and 8 (pp.104-106)
Slide 4 - Tekstslide
"TO BE GOING TO"
Slide 5 - Tekstslide
To be
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent to be in het Nederlands?
A
zijn
B
zijn/worden
C
worden
D
heb
Slide 7 - Quizvraag
Welke persoonlijke voornaamwoorden horen bij welke vorm van 'to be'?
Am
Are
Is
I
You
He
She
It
We
They
Slide 8 - Sleepvraag
I
You
He / She/ It
We
You
They
am
are
is
are
are
are
Slide 9 - Sleepvraag
Welke vorm van to be hoort bij
I
A
is
B
are
C
am
D
be
Slide 10 - Quizvraag
Welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT
A
are
B
am
C
be
D
is
Slide 11 - Quizvraag
Welke vorm van to be hoort bij
WE
A
be
B
am
C
is
D
are
Slide 12 - Quizvraag
(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is
Slide 13 - Quizvraag
Welke vorm van to be hoort bij
YOU
A
am
B
are
C
be
D
is
Slide 14 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
He am not
B
He are not
C
He is not
Slide 15 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
We am not
B
We are not
C
We is not
Slide 16 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
They ..... in the house.
A
'm not
B
're not
C
's not
Slide 17 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
I ..... into singing.
A
'm not
B
're not
C
's not
Slide 18 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
They am not
B
They are not
C
They is not
Slide 19 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
A
I am not
B
I are not
C
I is not
Slide 20 - Quizvraag
To be going to:
to be +
going to
+ werkwoord
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wanneer gebruik je 'to be going to'?
als je een plan hebt voor de toekomst;
er een duidelijke aanwijzing is dat iets gaat gebeuren.
Slide 23 - Tekstslide
To be going to: Bevestigend
to be
+
going to
+ hele werkwoord
I
am
going to
miss
the bus
We
are
going to
miss
the bus
You
are
going to
miss
the bus
You
are
going to
miss
the bus
He / She
is
going to
miss
the bus
They
are
going to
miss
the bus
Slide 24 - Tekstslide
To be going to (+):
Slide 25 - Tekstslide
to be + not + going to + w.w.
I am not going to cry.
Slide 26 - Tekstslide
To be going to (-):
Slide 27 - Tekstslide
To be + persoonlijk voornaamwoord + going to + werkwoord
Is he going to lose subscribers?
Slide 28 - Tekstslide
To be going to (?)
Slide 29 - Tekstslide
It _____________ to be a beautiful day!
A
are going
B
is going
C
might be going
D
will
Slide 30 - Quizvraag
We ... (to travel) to Canada next year.
A
am going to tavel
B
is going to travel
C
are going to travel
D
are going to to travel
Slide 31 - Quizvraag
He_________ (to buy) a new computer.
A
am going to buy
B
is going to buy
C
are going to buy
D
is buying
Slide 32 - Quizvraag
Welk woordje gebruik je, als je een zin ontkennend wil maken?
(Als je wilt zeggen dat iets niet zo is).
Slide 33 - Open vraag
(-) They .... (to help) me.
A
is not going to help
B
are not going to help
C
am not going to help
D
are not going to to help
Slide 34 - Quizvraag
(?) ...........................( to meet) your brother?
A
We is going to meet
B
Is we going to meet
C
Am we going to meet
D
Are we going to meet
Slide 35 - Quizvraag
(?) …………………… (to phone) his friend.
A
Are he going to phone
B
Is he going to phone
C
He is going to phones
D
He going to phone
Slide 36 - Quizvraag
(+) I .......... (to wash) my hands
A
are going to wash
B
am going to wash
C
am going to to wash
D
is going to wash
Slide 37 - Quizvraag
(-) She ......... (to play) hockey next week.
A
are not going to play
B
am not going to play
C
is going to play
D
is not going to play
Slide 38 - Quizvraag
(?) ........................ (to buy) a playstation?
A
He is going to buy
B
He is going to to buy
C
Is he going to buy
D
Is he going to to buy
Slide 39 - Quizvraag
Vul een vorm van TO BE GOING TO in.
We...............travel to Canada next year.
Slide 40 - Open vraag
Vul een vorm van TO BE GOING TO in.
It .......................... snow tomorrow.
Slide 41 - Open vraag
Vul een vorm van TO BE GOING TI in.
I ............... move to England next month.
Slide 42 - Open vraag
Ik kan to be going to gebruiken.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 43 - Poll
Unit 3 - Money
Make exercises 9 and 10 (pp.106-107)
Check exercises 9 and 10
timer
7:00
Slide 44 - Tekstslide
Unit 3 - Money
If there is time ...
Get your iPad
Ga naar www.quizlet.live en voer de code in
of
scan de QR-code
Slide 45 - Tekstslide
Unit 3 - Money
Next class on Wednesday 8 November
Homework:
Bring your book and your iPad (with a full battery)
Slide 46 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Present Simple Q & N
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Monday 23.05.2022
Mei 2022
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
2F - 6-11-2023 - Unit 3 - les 25
November 2023
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Thursday Unit 4 2.3 klas 1
April 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Future
Mei 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
Chapter 4 - In the city
Juni 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
AR BK1 Unit 4 Lesson 1+2
April 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
BK1 Unit 4 Lesson 1 & 2
Maart 2023
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1