Les 11: Opbouwen (3)

Welkom DP3
08:05-08:15  telefoon in bak + stillezen in boek
08:15-08:20  doornemen planning + indeling klas (volgende week) + indeling kookles (per                                            volgende week)
                            afspraken: actieve houding, respect voor elkaar, normale taal tegen elkaar, je blijft                                van elkaars spullen af=> niet? geen koken en uit de les + bellen naar huis
08:20-08.30 theorie routing & vluchtroutes
08:40-09.45 werken aan taak 7 + 8
09:45-10.05  pauze
10:05 -10:15  telefoon in bak + stillezen in boek/ koken 1e groep 
10:15 -11:40   zorg dat je alle opdrachten afgemaakt hebt
11.40 - 11:45  afsluiten les

 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom DP3
08:05-08:15  telefoon in bak + stillezen in boek
08:15-08:20  doornemen planning + indeling klas (volgende week) + indeling kookles (per                                            volgende week)
                            afspraken: actieve houding, respect voor elkaar, normale taal tegen elkaar, je blijft                                van elkaars spullen af=> niet? geen koken en uit de les + bellen naar huis
08:20-08.30 theorie routing & vluchtroutes
08:40-09.45 werken aan taak 7 + 8
09:45-10.05  pauze
10:05 -10:15  telefoon in bak + stillezen in boek/ koken 1e groep 
10:15 -11:40   zorg dat je alle opdrachten afgemaakt hebt
11.40 - 11:45  afsluiten les

 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • je weet wat een plattegrond is  
  • je weet wat er met een routing wordt bedoeld
  • je kent de pictogrammen die met veiligheid horen
  • je weet wat een AED is
  • je weet waarom noodverlichting belangrijk is 
  • je weet welke blusmiddelen er zijn en welke brandklassen er zijn 
  • je weet welke hulpdiensten er zijn
  • je kent alle belangrijke begrippen/pictogrammen die bij beveiliging horen

Slide 2 - Tekstslide

Routing
Routing is een ander woord voor bewegwijzering of route. 
Vaak wordt de routing in een gebouw aangegeven met bordjes en pijlen. 
Zo worden bijvoorbeeld de namen van de zalen, de toiletgebouwen, de receptie en het restaurant aangegeven. 
Of de route die je moet lopen als je niets wilt missen.

Slide 3 - Tekstslide

Veiligheid in openbare gebouwen
  • vluchtroutes; een route waarlangs je moet vluchten als er een noodsituatie is
  • nooduitgangen (bij brand of voor ambulance)
  • ontruimingsplan (vluchtroutes, nooduitgangen en blusmiddelen)
  • pictogrammen

vluchtroute                              vluchtroute via trappen            nooduitgang

Slide 4 - Tekstslide

Noodverlichting
  • aanwezig als de stroom uitvalt
  • geeft de vluchtroutes  en de plaats van de nooduitgang aan
  • ook als het donker is wijst de noodverlichting de weg

Slide 5 - Tekstslide

Plattegrond

  • een plattegrond is veel kleiner dan de echte situatie
  • handig om iemand te zoeken of de weg te wijzen
  • te laten zien hoe een huis of gebouw eruitziet
  • de kortste route van punt A naar punt B te plannen
  • te tekenen hoe je een evenement of festivalterrein wilt inrichten

Slide 6 - Tekstslide

Routing maken
  • wegbewijzering
  • de weg wijzen op een evenement 
  • lijnen op de vloer, bordjes, linten

Een goede bewegwijzering is:
  • helder
  • begrijpelijk
  • opvallend
  • leesbaar
  • gezet op alle beslispunten (kruispunten, splitsingen)
  • voorzien van grote letters of pictogrammen

Slide 7 - Tekstslide

Veiligheid in openbare gebouwen
  • vluchtroutes; een route waarlangs je moet vluchten als er een noodsituatie is
  • nooduitgangen (bij brand of voor ambulance)
  • ontruimingsplan (vluchtroutes, nooduitgangen en blusmiddelen)
  • pictogrammen

vluchtroute                              vluchtroute via trappen            nooduitgang

Slide 8 - Tekstslide

AED-apparaat
  • hangt in de meeste openbare ruimtes
  • je kunt hier iemand die een hartaanval krijgt mee helpen
  • het apparaat vertelt je wat je moet doen om het slachtoffer te helpen

Slide 9 - Tekstslide

Noodverlichting
  • aanwezig als de stroom uitvalt
  • geeft de vluchtroutes  en de plaats van de nooduitgang aan
  • ook als het donker is wijst de noodverlichting de weg

Slide 10 - Tekstslide

Blusmiddelen
  • poederblussers; gebruik je bij een kleine brand
  • brandslang; gebruik je bij een grotere brand
  • blusdekens; gebruik je als iemand in brand staat of vlam in de pan te doven

Slide 11 - Tekstslide

Brandklassen
  • brand kan in verschillende brandklassen worden ingedeeld
  • brandklasse is een groep van branden die op elkaar lijken; wordt geordend op basis van de brandende stof -> de brandweer stemt het blusmiddel af op de brandklasse

  • klasse A: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van vaste stoffen (hout,papier, textiel enz)
  • klasse B: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van vloeistoffen en vloeibaar wordenden stoffen (olie, benzine, vetten enz)
  • klasse C: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van gassen (butaan, propaan en aardgas)
  • klasse D: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van brandbare metalen (magnesium, natrium, kalium etc)
  • klasse E: betreft elektrische branden; je mag niet blussen met water of schuim. Wel blussen met CO2 of poeder
  • klasse F: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van zeer hete oliën en vetten 

Slide 12 - Tekstslide

Hulpdiensten
  • BHV: bedrijfshulpverlener
  • Ehbo'er: eerste hulp bij ongelukken

  • 112 bellen voor:
  1. ambulance; vervoer naar het ziekenhuis, levensreddend
  2. brandweer; bestrijding van brand, hulp bij beknellingen
  3. politie; regelen van verkeer en eerste hulp
  4. reddingsbrigade; redden van slachtoffers en eerste hulphandelingen

Slide 13 - Tekstslide

Beveiliging
  • risicoanalyse; deze maak je voordat je een activiteit begint: je schrijft op wat de risico's zijn en wat er fout kan gaan (leeftijd-hoeveelheid mensen-weersinvloeden)
  • beveiligingsplan; hierin schrijf je de knelpunten voor vluchtroutes, blusapparatuur en ehbo, wat zijn de veiligheidsrisico's en je geeft oplossingen aan
  • beveiligers; om te surveilleren (kijken en controleren), fouilleren (bij de ingang) -ingangscontrole of toegangscontrole
  • veiligheidszorg; je draagt zorg voor de veiligheid van de bezoekers

  • crowds : grote groep mensen
  • crowd control controleren/ in de gaten houden van een grote groep mensen (supporters)
  • crowd management: waar zitten de problemen in de groep, waar zijn knelpunten, hoe ga je om varen met de groep en hoe zorg je dat alles goed verloopt
  • compartimeren: je deelt de groep op in enkele groepen die aanwijzingen krijgen waar hun nooduitgang is (een stadion is ook opgebouwd uit compartimenten

Slide 14 - Tekstslide

Nood- en hulpposten
Als je een activiteit organiseert moet je ook vaak een hulppost inrichten. Als dit nodig is dan staat het in je vergunning vermeld. Dit noem je ook wel eerstehulppost of een noodhulppost.

Eisen eerstehulppost:
  • herkenbaarheid (geel vest met hulpverlener of ehbo) en zichtbaar door pictogram
  • bemensing: minimaal 2 hulpverleners met een geldig ehbo diploma
  • bereikbaarheid: gemakkelijk bereikbaar voor hulpdiensten (vaak aan het begin van het terrein)
  • post: brancard toegankelijk, vlakke vloer, goede verlichting, elektriciteitsaansluiting, watervoorziening, sanitaire voorziening (wc en douche), goede geluidsisolatie en privacy voor patiënten
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 15 - Tekstslide

Pictogrammen voor veiligheid en milieu
vluchtroute                                      nooduitgang via trap                                        aed                                                              brandbare stoffen
bedrijfshulpverlening
blusdeken
brandhaspel
poederblusser

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
  • je weet wat een plattegrond is  
  • je weet wat er met een routing wordt bedoeld
  • je kent de pictogrammen die met veiligheid horen
  • je weet wat een AED is
  • je weet waarom noodverlichting belangrijk is 
  • je weet welke blusmiddelen er zijn en welke brandklassen er zijn 
  • je weet welke hulpdiensten er zijn
  • je kent alle belangrijke begrippen/pictogrammen die bij beveiliging horen

Slide 17 - Tekstslide