Examentraining-Signalwörter-bearb

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide




Lesefertigkeit

Mittwoch,
 17. Mai
09:00-11:30
Deutsch-Examen

Slide 2 - Tekstslide

Ziel dieser Stunde:
Cito-lesen:
- Ich kann Lese-Strategien benutzen
- Ich kann mein Wörterbuch benutzen
- Ich übe Signalwörter zu erkennen und zu benutzen


Slide 3 - Tekstslide

Wie sieht das CE Deutsch aus?
- 2,5 uur 
- ca. 40 vragen en 50 punten
- begint makkelijk, wordt moeilijker, meestal aan het einde een scan-vrag
--> ca. 3 minuten per vraag (+ ca. 15 minuten controletijd)
- woordenboek D-NL mee, eventueel NL-NL
Voor tips kun je thuis nog de video op de volgende slide bekijken. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat vind je het lastigst bij het maken van Duitse cito-teksten ?

Slide 6 - Woordweb

Het grote geheim
Het Centraal Examen vraagt niet per se om leesvaardigheid.

Het vraagt om begrip over wat CITO van je wil.
Weet je dat, dan haal je goede cijfers.

Slide 7 - Tekstslide

Het recept
- ken de signaalwoorden
-ken je woordjes
- ken de vraagsoorten
- gebruik de trucjes (stappenplannen)
- oefenen, oefenen, oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Bierhauptstadt ohne Bier 
Bearbeite die 6 Fragen.
Benutze die Schritt-für-Schritt-Pläne (stappenplannen)

Wir besprechen in 18 Minuten.

Eher fertig? Lerne die Signalwörter auf quizlet: Nora_Bisanz Duits examenbundel Signaalwoorden met functie (https://quizlet.com/_83aey5?x=1jqt&i=pqxjg)

timer
18:00

Slide 9 - Tekstslide

Signaalwoorden
Zorg dat je:
A) signaalwoorden herkent
B) Weet welk verband ze aangeven
C) Hoe je ze in een zin gebruikt
D) LEER JE SIGNAALWOORDEN!!!!!



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
zum Beispiel
zudem
denn
obwohl
daher
voorbeeld
opsomming
reden / oorzaak
tegenstelling
gevolg / conclusie

Slide 12 - Sleepvraag

Er muss heute zu Hause bleiben, ... er hat Corona.
A
obwohl
B
denn
C
zum Beispiel
D
daher

Slide 13 - Quizvraag

Ich habe statt des Autos doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...
A
gevolg/conclusie
B
reden/verklaring
C
tegenstelling
D
uitbreiding/opsomming

Slide 14 - Quizvraag

Ich habe Englisch und sogar Deutsch!!!
sogar = .........
A
gevolg/conclusie
B
vergelijking
C
versterking
D
tegenstelling

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Link


Machen im Examenbundel: Text F9-F11, Seite 149-155. (was al huiswerk voor afgelopen week)
Markeer in de tekst waar je het antwoord hebt gevonden.
Gebruik een woordenboek.
Zet de kookwekker op 52 minuten. (3 min. per vraag)

Dienstag: Examenbundel mitnehmen & Wörterbuch D-NL



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide