§3.2 - Zien

§3.2 Zien
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§3.2 Zien

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen

  • Uitleg
  • Opdracht/werkvorm
  • Afsluiting
  • Tijd over? Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Weektaak
§3.2 Maken opdrachten + kritisch nakijken met een andere kleur

Kom nu in de LessonUp (telefoon met scherm omlaag)

Slide 3 - Tekstslide

§3.2 - Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe je ogen zijn gebouwd.
  • Je kunt uitleggen hoe je kleuren ziet.
  • Je kunt uitleggen hoe je genoeg licht in je ogen krijgt.
  • Je kutn uitleggen hoe je scherp kunt zien.
  • Je kunt uitleggen hoe je diepte ziet.

Slide 4 - Tekstslide

Buitenkant ogen

Iris - gekleurde deel oog
Pupil - zwarte rondje
Je wenkbrauwen, oogleden met wimpers beschermen het oog.

Traanklier en Traanbuis

Slide 5 - Tekstslide

Doen
Je kunt beschrijven hoe je ogen zijn gebouwd.

Opdracht 3 en 4
Klaar? Start met een begrippenlijst

timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

In welk deel van de schedel ligt de oogbol?

Slide 7 - Open vraag

Hoe komt het dat de tranen over je wangen rollen als je moet huilen?

Slide 8 - Open vraag

Je oog vanbinnen
Drie lagen:
1. Harde oogvlies: wit, maar voor de iris is het doorzichtig: hoornvlies.
2. Vaatvlies: bloedvaatjes + iris. Gat in het midden = pupil.
3. Netvlies: lichtzintuig

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Doen
Je kunt uitleggen hoe je ogen een lichtprikkel ontvangen en verwerken tot een beeld.

Opdracht 6, 7, 8 en 10
Klaar? Maak ook de andere opdrachten

timer
7:30

Slide 11 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat er gebeurt als je naar een boom kijkt.

Slide 12 - Open vraag

Welkom!

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
1HAc: 
Di 8 maart §3.3 maken en nakijken
Vr 11 maart lezen §3.4

1HAd:
Do 10 maart §3.3 maken en nakijken
Vr 11 maart lezen §3.4

Slide 14 - Tekstslide

Kleuren
Staafjes - zwart/wit, grijstinten
werken 's avonds en 's nachts

Kegeltjes - kleuren
werken overdag.
Drie soorten kegeltjes:
rood - groen - blauw

Slide 15 - Tekstslide

Doen
Je kunt uitleggen hoe je kleuren kunt zien.

Opdracht 11 en 12
Klaar? Start met een begrippenlijst

timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

De pupilreflex

Slide 17 - Tekstslide

Doen
Je kunt uitleggen hoe je genoeg licht in je ogen krijgt.

Opdracht 14, 15 en 17
Klaar? Start met een begrippenlijst of ga verder met de rest van §3.2

timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij
Plat = veraf

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Een bril?
Korte oogbol = verziend = bolle lenzen bril (+)

Lange oogbol = bijziend = holle lenzen (-)

Slide 21 - Tekstslide

Doen
Je kunt uitleggen hoe je scherp kunt zien.

Opdracht 18, 20, 21, 23, 25

Klaar? Ga verder met de begrippenlijst.
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Diepte
Diepte zien, oftewel 3D zien, is nodig om afstanden in te schatten!

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!


Klaar? Ga verder met de begrippenlijst.

timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video