Stromae Formidable

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2-4

Stromae - Formidable

Tu connais Stromae ?
Wat weet je van Stromae?

Stromae

• Son vrai nom est Paul van Haver
• Il a trente-sept ans
• Il habite à Bruxelles
• Il est rappeur/artiste/chanteur
• Il a sa propre marque de vêtements : Mosaert
• Il s'est marié avec Coralie Barbier depuis 2016
• Ensemble, ils ont un fils (2018) 

• Stromae > Mosaert = 
• Welk muziekaal woord kun je nog meer afleiden uit deze 2 woorden?
• MAESTRO = verlan = straattaal

De artiestennaam Stromae en de kledingmerknaam Mosaert hebben iets gemeen met elkaar... maar wat?

Wat betekent het woordje,
'formidable'?

Wat is de vertaling van de eerste 3 zinnen van het liedje?

1. Geweldig, geweldig Jij was geweldig, ik was rampzalig. Wij waren geweldig
2. Geweldig, geweldig Jij was geweldig, ik was geweldig, maar jij was beter.
3. Mooi mooi. Jij was slecht , ik was rampzalig en dat merkte jij.
4. Mooi mooi. Jij was geweldig, ik was rampzalig. Wij waren geweldig

Wat valt er op aan de eerste zin van de 2e alinea?

1. Hij maakte de vergissing dat hij eerst doei zei in plaats van hallo.
2. Hij versierde haar met mevrouw te zeggen.
3. Hij zei eerst Eh, baby, oeps: juffrouw omdat hij eerst een fout maakte.
4. Hij zei geen sorry.

Wat is de vertaling van de eerste zin in het tweede couplet?

1. Eh heb je jezelf al eens in de gebroken spiegel bekeken, dacht je dat je beter bent dan me karma Omdat je gescheiden bent?!
2. Eh heb je jezelf al eens bekeken, denk je dat je mooi bent Omdat je getrouwd bent?!
3. Heb je jezelf al eens geëvalueerd, denk je dat je elegant bent Omdat je getrouwd bent?!
4. Eh heb je jezelf al eens bekeken, denk je dat je mooi bent Omdat je vrouwelijk bent?!

Wat zijn de 2 cijfers die worden gezegd in de laatste zin van het tweede couplet?

1. 4 en 8
2. 6 en 12
3. 3 en 8
4. 3 en 7

In het refrein staan 3 werkwoordsvormen van être, welke zijn dat?

1. Tu étais, j'étais , nous étions
2. Tu étais, elle était, nous étions
3. Nous étions, tu étais , elle était
4. J'étais, tu étais, vous étiez

In welke tijd staan deze werkwoordsvormen?

1. Présent
2. Imparfait
3. Passé composé
4. Futur

Wat is de vertaling van de 3 werkwoordsvormen van de vorige vraag?

1. Ik was, jij was, hij was
2. Jij was, zij was, wij waren
3. U was, jij was, ik was
4. Jij was, ik was, wij waren

Je kent de imparfait van être, vertaal nu deze zin: Jullie waren geweldig